Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendKercken.Die bye niet alleen sijn camerkens can bouwen
Dat elck verwondert is die fraeyheyt aen te schouwen,
Maer mede is de wesp so constich in die saeck
Als haddese gebruyckt of snoer of winckel haeck;
5[regelnummer]
Gelijckewel, die kent den aert van dese beydenGa naar voetnoot5
Die salse lichtelijck en claerlijck onderscheyden,
| |
[pagina 48]
| |
Want dat de bye geeft ons smakelijck verheucht,
Maer in een wespen-nest en vindy niet dat deucht.
Het gaet op desen slach oock onder ons te wercke:Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Gods dienaers niet alleen en bouwen sijne kerke,
Maer oock den leugen-geest gemeynten hebben wil,
Wel cierlijck in het oog' doch hier is het verschil,
Dat met den hemels-dou de een ons herte voedet,
De ander het vergif der sielen leyt en broedet.
|