Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendRichters.Ga naar voetnoot*Het water met gewelt van pijpen afgedrongen
Doet boven sijnen aert seer wonderlijcke sprongen,
Het steygert inde locht als een geschoten pijl,
En, eer ghy ommesiet, valt neder inder yl.
5[regelnummer]
O richters, dit's voor u, u ongerechtich wesen
Perst dick de tranen wt aen weduwen en weesen:
Die rollen wel om-laech van hare wangen af,
Maer climmen op tot dien die haer het leven gaf:
En sullen tot een wraeck van die ghy hebt gecrencket
10[regelnummer]
U vallen op den cop als ghyer minst op dencket.
|
|