Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendLoths wijf.O die dit droeve lant verbaesdelijck bewandertGa naar voetnoot1
En siet hoe God my heeft in eenen steen verandertGa naar voetnoot2
Om dat ick, vluchtende van Sodom, ommesach,
En doet om mijnentwil, dat bidd' ick, geen beclach;
5[regelnummer]
Maer hoedt u, dat het geen mijn lijf is overcomen
Ghy voor u eygen siel niet en behoeft te schromen:
Wanneer ghy eenmael sijt ter werelt wt geleyt
En siet, en siet niet om na hare ydelheyt:
Want die te rugge wijckt om wellust of om voordeel
10[regelnummer]
Die vallet lichtelijck in Gods vervaerlijck oordeel,
Die hem versteenen laet het ongehoorsaem hert
Dat ghy te geener tijt weerom bekeert en wert.
|