Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendT'selve.De hoochmoet niet alleen en dueret in het leven
Maer is oock na de doot den pronckaert by gebleven:
Dies bout hy hem een graf met marmer overleytGa naar voetnoot3
Op dat zijn grooten naem blijf inder eeuwicheyt,
5[regelnummer]
Niet denckende dat al wat hier is moet verderven,
Ja wapen ende graf oock eyndelijcken sterven.
|
|