Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendT'selve.Wanneer veel schilders haer gelijckelijck begeven
Een heerlijck aengesicht te malen na het leven,
Indien het voorbeelt wort getroffen eygentlijck
Soo sijn de tafereels d'een d'ander oock gelijck.
5[regelnummer]
O Christenen, ghy sijt gestelt om wt te drucken
Het goddelijcke beelt en dat in alle stucken:
Doet ghy het (als ghy segt) so gevet my te vremtGa naar voetnoot7
Dat ghy in eenen sin niet overeen en stemt.
Hoe connen die in haer Gods evenbeelt doen blijcken
10[regelnummer]
Die niet een waterslach malcanderen gelijcken?Ga naar voetnoot10
|
|