Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekend
[pagina 19]
| |
Hoe comet dat den mensch van God geen werck en heeft,
En met sijn sinlicheyt heel aende aerde cleeft?
5[regelnummer]
Eylaes, het gaet so toe: de kinders allegader
Beminnen doch veel meer de moeder als den vader.
|
|