De Geschiedenis van Pig Pag Pengeltje en andere versjes(1936)–P. van Renssen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Zwaantjes in de waterplas. Zwaantjes in de waterplas - 'k Wou, dat 'k ook een zwaantje was! 'k Zou óók op het water drijven, En zó lang op 't water blijven Tot het pikke-donker was. - En dan slapen gaan in 't gras. Maar .... Waar zou ik 's winters blijven? 'k Denk, ik zou van kou verstijven! Nee, dan ben ik 't liever niet. Zwaantje-zijn is maar verdriet! [pagina 34] [p. 34] [pagina 35] [p. 35] Och, zei 't zwaantje, zou je menen Dat wij dan van kou verstenen? Nee, dan ben je toch abuis! Wij zijn steeds in 't water thuis, Ook al is er sneeuw gekomen Op de grond en in de bomen; Met die mooie, witte veren Kunnen wij de kou wel weren, - 's Morgens, 's middags, laat of vroeg, 's Winters zijn wij warm genoeg! Maar - ons eten is dan minder, Daarvan hebben wij soms hinder. Kom j' ons 's winters dus voorbij - Met wat kruimels zijn we blij! Vorige Volgende