Gezangen ter viering van het pinksterfeest

Vijfde gezang.

Kan gezongen worden, op de Wijze van Goël die de zielen minde enz. R. Schutte 3. deel, bladz. 177.

Chorus.

^(*) Christenen! - verheft uw klanken,

Deeze dag zij God gewijd; -

Gij hebt rijke stof tot danken,

Juicht, in Hem geheel verblijd.^(*)

Solo.

's Geestes licht wil ons bestraalen; -

Jezus, nu verhoogt ten troon,

Zal den heiloogst binnen haalen,

Als zijn wettig Mid'laers loon.

Dankbaar nu zijn lof gezongen,

Hem zij Majesteit en eer; -

Hem erkennen alle tongen,

Door de waereld, heinde en veer.

(*) Met herhaalingen.

(*) Met herhaalingen.

[p. 12]

 

Chorus.

 

Ja, Jezus! - Gij zult zielen oogsten,

 

Gij - die ons 't heil hebt aangebracht,

 

Emanuel! ô Allerhoogsten,

 

Wil Gij ons schenken moed en kracht.

 

ô Zalig Feest - uur, ons beschooren,

 

Wij vieren deez' verheven stond; -

 

Waar op God wonderen deed hooren,

 

Tot staving van zijn Vreêverbond,

 

 

 

Juicht dan Christ'nen! - spaart geen klanken,

 

Jezus doet zijn woord gestand: -

 

Laaten wij Hem nedrig danken,

 

Vrolijk reiën hand aan hand.

 

Jezus, Hij, de Heer der Heeren,

 

Viert met ons het Pinksterfeest,

 

Wil ons Kanaans taalen leeren,

 

Door zijn Euängelie Geest.

Solo.

Jezus! leer ons nedrig wand'len,

Waar uw' goede Geest ons leid,

Altoos naar zijn wil te hand'len,

Dankbaar met gelatenheid.

[p. 13]

 

Chorus.

 

Maar ach! helaas! ons hart is vaak gereed te twisten; -

 

Wij worden steeds, door eigen min geheel vervoert: -

 

Ja: geven rasch gehoor aan Satans booze listen,

 

Die ieder oogenblik ons tot verderf beloert.

 

 

 

Wil,ô Jezus! ons omringen

 

En doorgloeien met uw vuur; -

 

Ja: leer ons geloovig zingen,

 

Op dit heuchlijk Pinkster - uur.

 

Dan, dan word uw lof volzongen,

 

Als in Kanaans Tempelzaal; -

 

Ach! dat aller menschen tongen

 

Roemden Goëls zegepraal!

 

Dan zou hart en mond getuigen,

 

Jezus is des Vaders Zoon,

 

't Gantsche menschdom nedrig buigen,

 

Dankbaar, voor Vorst Jezus troon.

Slot.

Laaten wij dan vrolijk zingen,

Amen! op het heilverbond; -

Amen! Amen! stervelingen!

Amen! met uw hart en mond.