XV (fol. 18)
Seer verstandige, goede, discrete heer ende Vriendt,
Myne gesondheyt en is niet, gelyck ick wel wilde, soude verquicken dat V.L. ende D. Wendelinus te samen hier waert. Ick heb nu tweemael aenden goeden heere, ende wel ernstelycken geschreven, jae gebeden dat hy over wilde komen. Soo en is hy tot noch toe niet gekomen, noch en heeft oock niet geantwoort: alsoo dat hy byaventueren niet wel te passe en moet syn. Ick meene dat hy hem gequelt heeft om dat hy syn proces tegen den Abt van Vlierbeek verlooren heeft. Den goeden geleerden man was beter fortuyn weerdich. Dan hy heeft te seer op eenen man willen stuenen, die hem gehouden heeft om niet te helpen. Nu soo haast ick van D. Wendelino hooren sal, sal ick V.L. terstont waarschouwen. Ick sende wederom de redenen tegen den Schotsman. Maer wat een stou-