V.
Terecht merkt Reichling op, dat van de drie door Bühler onderscheiden taalfuncties: ‘Ausdruck’, ‘Appell’ en ‘Darstellung’, de laatstgenoemde de meest fundamentele is.
(K. Bühler, Sprachtheorie. Jena 1934. I, § 2).
(A. Reichling, Het woord. Nijmegen 1935. Hfst. I, blz. 32-37).