De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd187Schiedam, 30 Mei 1908 Amice, Zeer bedankt voor de toezending der boeken, waarmede dit in orde is. Maandag hoop ik je te ScheveningenGa naar voetnoot588 te zien. Ik vrees echter, dat ik eerst 's namiddags kan komen, want 't is zoo moeielijk voor me een dag vrij te nemen. Aan het diner neem ik echter bepaald deel. Ik hoop spoedig eens gelegenheid te hebben je te komen opzoeken. De oorzaak, dat je me nog niet te Baarn hebt gezien, is dat mijn tijd zoo door allerhande bezigheden in beslag is genomen, dat ik uitstapjes van eenigen afstand eigentlijk nooit maak. Daardoor heb ik verscheidene familieleden en vrienden ook nog niet kunnen bezoeken sedert ik hier woon. Elckerlyk en het opterichten gezelschap van Royaards,Ga naar voetnoot589 waarvoor ik herhaaldelijk conferenties heb ook te Amsterdam, kosten mij ook van mijn vrijen tijd, 's avonds en Zondags, heel wat uren. Dit moet snel in orde komen en de zaak is gelukkig al zoover gevorderd, dat het gezelschap zonder twijfel tot stand komt. Voor de Juli aflg zend ik je vóór 16 Juni een vervolg ‘Heilige tocht’.Ga naar voetnoot590 | |
[pagina 310]
| |
Nu adieu, tot Maandag. Hartelijke groeten, ook van huis tot huis tt
|
|