121
(poststempel 's-Gravenhage 15 Juni 1898)
Amice,
Dinsdagmorgen ben ik in Amsterdam. Tot mijn spijt kan ik echter niet naar Baarn komen, daar ik slechts een dag te A. kan zijn. Doe me nu echter 't genoegen als 't gaat naar Amsterdam te komen. Ik inviteer je dan om met me te gaan eten. We kunnen dan nog eenige kennissen bezoeken. Als je komt, haal me dan