De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd72Gerolstein, den 11 en Mei 1893. Hotel Eis.
Waarde Heer, Ik verzoek U te willen verontschuldigen dat ik U nu pas kom antwoorden. 3 Juni zoû ik gaarne te Bergen-Op-Zoom zijn om den verjaardag van mijn moederGa naar voetnoot383 te vieren. Dus kan ik dan uitmuntend den 4en Juni van Bergen-Op-Zoom naar Hamburg reizen. Het zou dus heel vriendelijk van U zijn de spoorwegkaart van Bergen-Op-Zoom te willen doen uitgaan. Nu nog iets. Ik hoop dat U er geen kwalijk verborgen onbescheidenheid in zal zien. In verband met mijn voorgenomen verhuizing, het verblijven van mijn gezin te Bergen of te Amsterdam terwijl ik in Hamburg ben enz., zoû ik gaarne ongeveer een maand lang te Hamburg vertoeven. En nu denk ik dat U, als ik eenigen tijd Uw gast zal zijn geweest, daar U goed bekend is in Hamburg, misschien wel een bescheiden logement weet waar ik verder zou kunnen verblijven tot het samen een maand is. Ik schrijf U dit nu reeds om dat dit misschien van invloed kan zijn op den aard van het spoorwegbillet dat hierbij te pas komt. Den 14en Mei is hier mijn tijd om en reis ik naar Holland terug. Na hartelijke groeten, Uw
|
|