De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 143]
| |
58Hamburg, de 29 Februari 1892. Ebeling & Prins Hamburg. Telegr.-Adr.: Prinsebel.
Waarde Heer Van Deyssel, Ik had U wel reeds geschreven, toen ik U de boekenGa naar voetnoot359 zond, doch ik heb het zoo kolossaal druk gehad. Doordien ik ca. 4 weken te huis ben geweest, vond ik zooveel werk, dat ik tot 's avonds laat op het kantoor moest zitten. Mijn gezondheid wordt veel beter, heelemaal in orde ben ik nog niet, doch dat zal wel weer gauw het geval zijn. Ik vind ook, dat Verwey's Christus SonnettenGa naar voetnoot360 niet de minste overeenkomst hebben met het werk van Derkinderen,Ga naar voetnoot361 dat ik heb gezien. Verwey is volstrekt niet middeleeuwsch. Het Kneipssche systeemGa naar voetnoot362 ken ik niet, doch er wordt hier veel over geschreven. Iets anders. Ik reis Zaterdag naar Holland voor zaken, waar ik ca. 8 dagen blijf. Nu zou ik U gaarne eens willen ontmoeten, en dit zou, naar ik zoo heb overlegd, te Dordrecht of te 's Hertogenbosch kunnen geschieden. Wij behoeven dan geen van beiden zoo ver te reizen. Meldt U mij svp of U dit idée toelacht, want dan zal ik probeeren het zoo interichten, dat ik een dag vrij heb, hetgeen bepaald zal gaan. 's Hertogenbosch is misschien 't interessantst, omdat wij dan het werk van Derkinderen kunnen zien; Dordrecht is echter het gemakkelijkst te bereiken. | |
[pagina 144]
| |
Daar ik U door dit plan derangeer, zijn alle reis en verblijfkosten natuurlijk voor mijn rekening. Schrijft U mij svp omgaand naar hier, hoe U hierover denkt. Vele groeten
Mijn stuk Harold is gereed. Ik zal het Kloos voor het April nummer geven.Ga naar voetnoot363 |
|