13
Amsterdam, 11 december '84.
N.Z. Voorbw. 161. -
Geachte Heer,
Uw plan om kritieken over jongere naturalisten te schrijven, verdient m.i. slechts toejuiching.
Om die in het Weekblad De Amsterdammer geplaatst te krijgen, zal het goed zijn, dat gij U richt tot Dr. R.A. Kollewijn,Ga naar voetnoot35 redakteur der letterkundige rubriek van het Weekblad, Van Oldenbarneveldt-kade, no. 7.
Indien gij wilt, zal ik hem ook over U schrijven. Hij is zeer ontwikkeld, zeer liberaal, plaatste nu laatstelijk nog een stuk van mijn vriend ‘Homunculus’Ga naar voetnoot36 tegen den zoo gevierden Beets, en opstellen van Uw hand, ongetwijfeld met zorg geschreven, zal hij zeer waarschijnlijk opnemen, mids ze elkander niet te snel opvolgen, want er is overvloed van goede kopie op 't oogenblik. - Onwaarschijnlijk is echter, dat de Gids-redaktieGa naar voetnoot37 Uw novelle aanvaardt. Deftig en onbeduidend, gelijk de Revue des deux mondes,Ga naar voetnoot38 weigert zij meestal hetgeen
| |
tegen de aloude literaire konventie indruischt. Ik weet dit b.v. van Jacques Perks Gedichten,Ga naar voetnoot39 die later zoo een opgang hebben gemaakt. Nederland staat echter immers voor U open? - In allen geval is het te beproeven, en zal ik aangenaam verrast zijn Uw naam in den Inhoudsopgaaf van de Gids eens aan te treffen.
Zijt gij ook voornemens over al de naturalisten, die bij KistemaeckersGa naar voetnoot40 te Brussel uitgeven, te schrijven?
Geloof mij gaarne
Uw dw.dr.
L. van Deyssel
|
-
voetnoot35
- Roeland Anthonie Kollewijn (1857-1942), de latere voorvechter van de spellingvereenvoudiging. In de negentiger jaren trad hij naar buiten vooral op als roman- en toneelschrijver onder de schuilnaam C.P. Brandt van Doorne.
-
voetnoot36
- Albert Verwey schreef, onder de toen vaker door hem verkozen schuilnaam Homunculus, in het weekblad De Amsterdammer, zinspelend op de in 1884 bij A.W. Sijthoff te Leiden verschenen bundel van Nicolaas Beets, Nog eens najaarsbladen. Gemengde gedichten 1880-1884, een artikel Nog eens iets over Beets en zijn laatsten bundel (gedateerd oktober 1884); herdrukt in Albert Verwey, De oude strijd, Amsterdam, 1905, blz. 67-84.
-
voetnoot37
- Toen bestaande uit: W.H. de Beaufort (1845-1918), Ch. Boissevain (1842-1927), J.T. Buijs (1828-1893), J.N. van Hall (1840-1918), C. Honigh (1845-1896), J.H. Hooijer (1844-1892), H.P.G. Quack (1834-1917) en J.A. Sillem (1840-1912).
-
voetnoot38
- Vgl. de uitval tegen dit sedert 1829 bestaande tijdschrift door Frans Netscher, in De Portefeuille, jrg. VII, no. 12 (20 juni 1885), blz. 196: ‘Wanneer ik een dier oranje-kleurige afleveringen der Revue des Deux Mondes opensla, denk ik onwillekeurig aan een dier antieke, houten afgodsbeelden, die met levenlooze, blinde oogen voor zich uit zitten te staren niets zien van hetgeen rond hen gebeurt, en door het verloop der eeuwen onveranderd bewaard zijn gebleven.’ Een der vaste medewerkers aan de Revue des Deux Mondes was Ferdinand Brunetière (1849-1906), die
in 1893 hoofdredacteur zou worden. Op Brunetière was Prins bizonder gebeten. Als A. Cooplandt schreef hij in het in noot 12 genoemde artikel o.m.: ‘De Heer Brunetière heeft hier te lande veel invloed, zooveel invloed zelfs, dat hij, om “La jeune Belgique” na te spreken, zonder het zelf te weten, medewerkt aan menige beoordeeling over fransche letterkunde. Dit is te betreuren, want de Heer Brunetière neemt als criticus eene zeer middelmatige plaats in. Stel eens naast hem figuren als Taine, Bourget en Emile Hennequin, en men bemerkt hoe hij wegzinkt. Vooral als hij over het Naturalisme schrijft is het werk des Heeren Brunetière allertreurigst. Hoe scherpzinnig en hatelijk de Heer Brunetière ook is, begrijpt hij klaarblijkelijk niets van de moderne beweging.’ In ditzelfde artikel maakte Cooplandt zich ook zorg over ‘de Amerikanen en Australiërs die zich - evenals vlinders aan een kaars - branden aan de beroemdheid van de Revue des Deux Mondes.’
-
voetnoot39
- Dit slaat op de weigering, bij schrijven d.d. 12 augustus 1881 van Mr. J.N. van Hall, van Perks Iris (voor De Gids). Zie: Jacques Perk, Brieven en dokumenten. Bijeengebracht en uitgegeven door Garmt Stuiveling. Amsterdam, 1959, blz. 355.
-
voetnoot40
- Henry Kistemaeckers gaf te Brussel, in de tachtiger jaren en onder het motto ‘In naturalibus veritas’, een hele reeks naturalistische auteurs uit, waaronder Guy de Maupassant, J.K. Huysmans, Camille Lemonnier, Lucien Descaves, Léon Cladel, Georges Eekhoud, Paul Bonnetain, Robert Caze en Louis Desprez. Zie Léon Deffoux en Emile Zaire, Les éditions Kistemaeckers, in de Mercure de France, 16 okt. 1919, blz. 639-652.
|