De werken. Deel 12. Verspreide en nagelaten poëzy. Deel 2(1896)–E.J. Potgieter– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Liedekens van Bontekoe. Cornput's profeetsij. 4 Febr.-24 Febr. 1581. Grommert. Ludwig Bechstein van verre gevolgd. Oud en jong. 1679. Stancen. Naar W. Wordsworth. De gade aan den galant. (Voor Muziek.) Naar sir E. Lytton Bulwer. Eene straat in stad. Het Engelsch gevolgd. Reis-lust. Pieter Breugel en Katelyntje. 1555. De kunstreize. Vrij gevolgd naar het Deensch van J.L. Heiberg. Avondstond. Eene Recensie. Naar het Deensch van H.C. Andersen. Liefde. Naar S.T. Coleridge. Het kraamschut mijner moei. Vrij gevolgd naar het Deensch van H.C. Andersen. Open tafel. Een gezelschapsliedje naar Göthe. Minne en liefde. De verliefde leeuw. Speelmans-deuntje. Arme oude luidjes. De sneeuw-koningin. (Een volkssprookje, naar het Deensch van H.C. Andersen.) Dirkszoon en Bossu op de Zuiderzee; In den ochtend van den 12den october 1573. Heimwee. Geertruide's mijmering. Java, Residentie - - augustus 184*. Wieken en kluisters. Naar E.G. Geyrr. Afrid ter valkenjagt. Minnaarsmijmering uit het einde der zeventiende eeuw. De eerste duizend. Wintertjes-schilderen. Leven. Vrije navolging van W.C. Bryant. De schipbreuk van den Hesperus. Amerikaansche ballade Naar Henry W. Longfellow. Het lied van den valk. J. M'lellan jr. nagevolgd. De droom van den slaaf. (Vrij gevolgd naar H.W. Longfellow.) Het toekomstig leven. (W.C. Bryant gevolgd) Leeuwenjagt der veeboeren aan de Kaap de Goede Hoop. (Pringle verhollandscht.) Het goede deel. (Vrij gevolgd naar H.W. Longfellow.) Frithiof en Björn. (Uit het Zweedsch van Esaïas Tegnèr.) Frithiof's verzoeking. (Naar het Zweedsch van Esaïas Tegnèr.) Koning Gustaaf-Adolf's krijgspsalm. Intrede. Voorzang: Psalm CIII. Het quarteronne-meisje. (Vrij gevolgd naar H.W. Longfellow.) 't Was maar een weesje. Aan d'ingang van het Haagsche bosch. Aan d'uitgang van het Haagsche bosch. Moederrouw. Béranger's vaarwel. Het vallen der bladeren. (Naar Millevoye.) De visscher. (Naar De Fontanes.) Het borstbeeld van Venus. (Naar De Fontanes.) De koning van Yvetot. (Naar Béranger.) De senator. (Naar Béranger.) De huisjesslak. (Naar Arnault.) Het blad. (Naar Arnault) Eerlijke armoê. (Naar Robert Burns.) Jacoba. Rijmen gevonden in het kamp bij Zeist. September 1859. Op het portret van een rijk-gedecoreerden evangeliedienaar. Heugenis van Renswoude. De vlugtenden. (Naar Percy Bysshe Shelley.) Een Haarlemsch hofje. Het schaakbord. Naar Owen Meredith. Aafje. Naar J.G. Whittier's ‘Maud Muller’. Gescheiden. Uit de ‘Poems by Jean Ingelow’. Heugenis van Wijk aan Zee. Vriendschap. Vertaald uit het Hoogduitsch treurspel: Francesco dei Pazzi, van Eduard Mohr. Vroege Marseillaansche narcissen. Op eene zekere letterkundige maatschappij. Een fragment. Op Sorghvliet, in Bloemendaal. Half mei 1868. Abraham Lincoln. 12 februari 1809 - 15 april 1865. Heugenis van Zandvoort. Narede.