daad toe overzond, en met deze eene haveloosheid inscheepte, die, den voet op uwen gastvrijen grond zettende, slechts de keuze had tusschen stelen of sterven, Amerika, dat voor elken anderen vlugteling veiligheid, voor elk ander leed lafenis, voor elke andere behoefte bevrediging hebt, en niet slechts op uwe vanen schrijft: ‘e pluribus unum’, maar ook inderdaad de veelzijdigste krachten tot een groot wit, de vrije, volkomene ontwikkeling van alles wat menschelijk is vereenigt, welk een heerlijk schouwspel biedt gij aan; wat verwacht de wereld niet nog meer van u! Als de eerste der Engelsche geschiedschrijvers ons de Kerk van Rome schildert, de schare harer geloovigen ziende aanwassen, trots de hervorming, omdat zij zich noch aan geestdrijverij onderwerpt, noch geestdrijverij verbiedt, neen, die gebruikt; - omdat zij voor alle dweepers een werkkring heeft in de wereld of in de wildernis - omdat zij van ieder partij trekt, - dan verrijst gij voor ons uit den schoot der wateren, aanminniger en verhevener dan zij; haar gelijk in de gelukkige gave, om al wat hier, overvloeijende, verwoesting zou aanrigten, dáár, getemperd, weldadig te doen werken, - haar overtreffende in uw gezegend doel, niet de bevordering van geestelijk gezag, maar het geluk van geheel ons geslacht! En wanneer wij dan het boek van Macaulay sluiten, om dat van Gervinus open te slaan, wij vinden onzen droom verwezenlijkt; onze blik rust welgevallig op u, de spoedig opluikende, gelukkige, vrije staat zonder koning, adel of geestelijken stand, die de volken als met tooverkracht boeit; - die een even weinig opgemerkten, als veel vermogenden, onweêrstaanbaren en onmiddelbaren invloed op hen uitoefent, - wiens voorspoed allen, die in Europa de oude toestanden moede zijn, niet bij enkelen, maar bij scharen tot u trekt, tot u
stroomen ziet, - en van welken onder het levendigste verkeer de berigten en begrippen, niet der verongelukte, maar der geslaagde landver-