Errata en Aanvullingen.
Blz. 8, regel 10 v.o.: cachot, lees: narrekast. |
Blz. 15, r. 1 v.o.: Gielen, lees: Collin-Gielen. |
Blz. 23, r. 2: als noot toe te voegen: De markiezin van Hoensbroeck heette Sophia Charlotte de Leyen en Hohengeroldsegg, weduwe van Lotharius Franciscus van Hoensbroeck. Zij was geboren te Koblenz en overleed te Venlo in de Vleeschstraat den 9. Februari 1807, oud 73 jaren. Zie A.J.A. Flament in de Maasg. 1905 blz. 2. |
Blz. 25, r. 5: Philipchal, lees Philipthal. |
Blz. 36, r. 12 v.o.: salvis vocationibus (eerstdaags) lees: salvis vacationibus (behoudens de vacatiën, voor tijd en arbeid). |
Blz. 37, r. 14: Witters, lees: Wittes (Witjesboer). |
Blz. 44, r. 12 v.o.: plans, lees: plano. |
Blz. 74, noot onder, lees: Oorspronkelijk heette de opzichter van het gevogelte pluimgraaf, later was dit een waardigheid. |
Blz. 75, r. 14 v.o.: bijvoegen: De Franschen hebben den 18. Februari 1793 de Staai uitgeplunderd, den 19. alle glazen ingeslagen. |
Blz. 81, r. 11 v.o.: Kruisheeren, lees: Norbertijnen of Premonstratensers. |
Blz. 94, r. 19: hem, lees: hen. |
Blz. 114, r. 3: exécut, lees: exécutif. |
Blz. 116, r. 4: als noot te stellen: Van den Düsseldorfschen schilder Jean Georg Heldebeutel worden op de pastorie te Thorn door hem gemaakte silhouetten (schaduw-omtrekken) van kanunnikessen bewaard, waarvan een zou zijn Charlotte, gravin van Hoensbroeck, zie Jos. Habets en A.J.A. Flament: De archieven van het kapittel der vorstelijke rijksabdij Thorn, 's-Gravenhage 1899, II. deel lxxiii, en de reproductiën op platen 17 18, 19, en A.J.A. Flament in de Maasg. 1905 blz. 2. |
|
|