Het dagboek of De kroniek
(1982)–J. Chr. van Postel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 188]
| |
huize van den blauwverver Mingen, in de Peperstraat alhier, overleden. Deze treffende herder was van elk bemind en alzoo was de droefheid ook algemeen. Hij is des anderen daags te Blerick in. stilte begraven. De Municipaliteit de heimelijke begrafenis gewaar zijnde geworden, is de adjoint Aloysius van Baerle naar Blerick gegaan en heeft den Pastoor doen ontgraven en naar de stad doen brengen, alwaar het lijk den 8. daaraanvolgende in de Groote Kerk voor den grooten altaar ter aarde besteld is geworden. Het grootste gedeelte der burgerij was het lijk tot aan de kerk gevolgd, maar weinigen die in de kerk der beëedigde geestelijken gingen; het lijkvolk aan de kerk gekomen zijnde, is bijna al teruggekeerd. (K.) |
|