Het dagboek of De kroniek

December.

Den 10. is order gekomen de wallen moesten gedesarmeerd worden, de kanonnen, affuiten enz. werden al naar het arsenaal gevoerd. Dan zijn van tijd tot tijd kanonnen, poeder, ballen en affuiten naar den Rijn en elders verzonden.

Terwijl alle kerken gesloten waren is de rozenkrans in vele burgerhuizen gebeden, en wel bijzonder in het huis van Martinus van der Sanden, meester kleermaker, bij wien het beeld van den H. Martinus in de kamer geplaatst was, alwaar veel licht ontstoken en loffelijk gebeden werd.

Verder is er niets meer voorgevallen. Finis anni,

[p. 157]

ast non miseriae! (einde van het jaar, maar niet van de ellende!)

Mun. Den 16. is op eene aanvraag geantwoord, dat geen émigrés (uitgewekenen) in het arrondissement zijn.

20. is de kanonnier Petit van het 7. regiment benoemd tot speciaal commissaris om de meubelen en goederen der burgers, kerkfabrieken, gestichten en geestelijken op te nemen.

Aanvragen tot vestiging in 1797: 31 Januari Jac. Verwins voor oprichting eener branderij, 21 Februari Antoon Bours verkoop van bier, 28 Maart J.L. Crespen verkoop van bier, J.M. Fritschy expeditiezaak, M.A. Syben kleinhandel in wijn, 2 September Jean Janknecht commissionnairszaak.

Jachtpermissies zijn in 1797 uitgereikt aan: gebroeders Richardt, C.H. Junckers, A.E.J. Mooren, J.C. van den Vaero, S., B.P.A. en J.H. van den Mortel, Poell, rector van Mariaweide Van den Kerckhoff, Arnold Graven, P. Bernière, J.E. Conraetz, J.B. de Laer, Louis Hautepenne, A. en M. Timmermans, W. Belletable, W. van Oeyen, W. Nooten, J. Geraedts, Parfait, F.H. Wassenbergh, P. Scherckens, H. Ruys, And. Misdom, A. Messemaeckers, Theodor Schuldres, Soplaine, alhier, G. van den Broek te Reuver, Frans Bongarts en Willem van Wasbeek te Beesel.