Het dagboek of De kroniek
(1982)–J. Chr. van Postel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 85]
| |
October.Den 1. wilde de Proost niet meegaan naar den Rijn en vertrok naar Keizerbosch. 2. Van 1 Juli af hebben in de pastorie van Venlo gegeten of middag of avond, 707 heeren van Averbode, gelijk het dagregister kan bewijzen. Wat er gegeten en gedronken is, laat ik den lezer oordeelen. (Gedurende de 3 laatste maanden was bijna niet onderdak te vinden, voor een paar gemeubileerde kamers werden tot 4 kronen per week aan huur betaald; de straten waren vol van allerhande rijtuigen, meerdere vluchtelingen moesten daarin blijven overnachten; bij Bernière logeerden eens alle nonnen uit een klooster te zamen in de groote zaal, in herbergen trof men vele adelijken, prinses de Nivelles logeerde eenigen tijd bij den raadsverwant Keuller, de Prins van Luik in den ‘Gouden Leeuw’; op postdagen vertrokken 10 a 15 postwagens te gelijk naar Nijmegen, K.) 5. hebben zich de Fransche voorposten 't eerst achter de schans (fort St. Michael) laten zien en namiddag is wederzijds sterk geschoten. 's Morgens vertrok alle bagage van het garnizoen buiten de stad. Denzelfden dag trok een sterk commando van het garnizoen uit om de boomen, heggen, enz. rondom de stad af te houwen. De Tichelarij, Poell's (hoog)molen en BerendonkGa naar voetnoot1 zijn na middag in brand gestoken; 's avonds om 9 uur zag ik van mijn kamer dit laatste huis nog branden. (6. waren onze troepen nog bezig met het vellen van boomen, enz. buiten de Keulsche poort, ongetwijfeld zouden zij ook de huizen in brand steken, maar kastelein Geeraedts, van ‘St. Anna’Ga naar voetnoot2, was 's morgens | |
[pagina 86]
| |
naar Kaldenkirchen gegaan, alwaar Fransche dragonders lagen; algemeen was de meening dat hij die aangezocht had om de huizen te komen beschermen. Kort na 3 uur 's middags kwam een gedeelte dezer cavalerie in vollen galop den berg af, burgers en militairen ijlden naar de stad, de poorten werden gesloten, een paar kanonschoten werden den vijand gezonden, welke niets uitrichtten, K.) (7. werd de stad finaal gesloten, niemand kon in of uit. De vesting was goed in orde, evenals de forten St. Michael en Ginkel. Het garnizoen bestond in de depots van Maniel, Oranje-Nassau, de jagers van Mathieu en nog eenige detachementen infanterie, een compagnie artillerie, twee eskadrons der Hessen en een korps pionniers, hier geworven onder commando van den plaatsmajoor Jan ter Horst; in alles omtrent 1000 man infanterie, 100 dragonders, ruim 100 artilleristen, behalve de pionniers. Generaal Pfister was commandant der vesting, K.) (8. zag men eenige Franschen - van den divisie-generaal Jean Victor Moreau, Keuller 180) - bij Wijlrehof, een vedette reed den heelen dag tusschen Hagerhof en den Tegelschen weg in het veld, men had tevergeefs eenige kanonschoten op hem gericht, K.) 11. 12. kwamen de voorposten der Franschen tot aan den ‘Rooden Haan’, ja tot aan de palissaden, er werd hevig op geschoten, maar geen doode. 13. op den middag begonnen de Franschen eene brug van pontons te maken, te Blerick tegenover de Wijlrebeek. De brug werd van de Roermondsche poort sterk beschoten, ook geraakt, ze was den 14. 's morgens daar weg, en na middag lag zij hooger naar Tegelen, maar was buiten het kanon. 15. trokken de Franschen achter Blerick over de Maas; wel 4000 heb ik zien trekken over den berg achter Stalbergen en deze kwamen in het Ven kampeeren; de cavalerie trok op Straelen, Walbeek, Kevelaer, enz. 16. kwamen de voorposten der Franschen tot aan St. Urbanus, waarop uit het fort Ginkel sterk werd geschoten. | |
[pagina 87]
| |
17. na middag waren eenige Fransche jagers te Blerick en wierpen eene batterij op achter den hof van scholtis Coopmans; zij werden met 52 schoten uit het fort begroet. De kerk heeft 17 à 18 schoten van kanonballen door het dak en een door den muur en biechtstoel van den assistent heer Goossens; het huis van den scholtis heeft ook 6 à 7 gehad, doch geen merkelijke schade. De Franschen maakten zware batterijen aan den Roskam (Stevenshuisje) buiten de Roermondsche poort, ook drie tranchées (loopgraven), waarop uit de stad sterk gevuurd werd; daar zijn verscheidene Franschen gebleven. 18. 's morgens kwart vóor 5 uur werd sterk uit de ‘werken’ (glacis) gevuurd op het huis Stalberg, waar ook een batterij gemaakt werd. 19. werd er nog sterk op Blerick geschoten uit het fort en ‘Schoppen-haes’ (de Brabander spreekt haas voor aas, ond voor hond, enz., hier is bedoeld het bastion Le Roy, bekend als Schoppen-aas, naar zijnen vorm), omdat er zich vele Franschen ophielden. (De Magistraat beval, dat - dewijl de Staten-Generaal bij resolutie van 29 Augustus hebben toegestaan, dat gedurende de insluiting door de Franschen, een bepaald getal rantsoenen uit 't magazijn van vivresGa naar voetnoot1 aan benoodigde burgers zal worden toegereikt, en de zorg dier uitdeeling is toevertrouwd aan de kwartiermeesters der adelborsten - de ingezetenen zich rustig gedragen, geen stoornis, integendeel hulp en bijstand aan de kwartiermeesters verleenen moesten, Franq. 105.) 20. Na middag werd extra sterk van den wal geschoten op Stalberg; den heelen nacht vuurde men op Blerick en rondom de stad met musketten (geweren). (De nacht was zeer donker, men zag op de Maas een vaartuig, naar welks doel tevergeefs werd gezocht, het vuren van den wal belette dit. 's Morgens bemerkte | |
[pagina 88]
| |
men dat de Franschen loopgraven hadden gemaakt van de Maas over het Sinselveld tot in de Sloot, waaruit infanterie op de stad vuurde zoodanig dat de kanonniers op den wal het bij de stukken niet konden uithouden, K. In de Geschiedenis v.V. wordt gezegd, dat op het vaartuig slechts stroomannen waren geweest.) 21. om 11 uur 's morgens deden 400, anderen zeggen 120, vrijwilligers eenen uitval langs de Roermondsche poort; de attaque was zoo hevig en spoedig, dat de onzen de twee eerste tranchées der Franschen overmeesterden en velen neersabelden, bijzonder de ruiters van Hessen-Philipstahl, die eenen kapitein en vier gemeenen gevangen namen; en het korps van Mathieu heeft zich extra gedistingeerd, die zelfs tot aan de derde loopgraaf doorgedrongen zijn, alwaar zij den ‘Rooden Haan’ in brand gestoken hebben. De onzen hebben gehad 27 gewonden en 23 dooden of vermisten. Voor 12 uur waren zij allen weder in de stad, die van den 7. reeds gesloten was, zoodat de kappesboeren (kooltelers) en anderen hunne vruchten niet konden inhalen. Alles was duur, een pond boter kostte in de winkels 26 stuivers (59 c. Hollandsch). De vesting was overigens voor 3 maanden ruim voorzien, het voornaamste magazijn was bij het Wei-klooster. (K. zegt dat de uitval geschiedde door 250 vrijwilligers van de infanterie en 50 man cavalerie, een gedeelte trok de Roermondsche-, het andere de Keulsche poort uit. Generaal Laurent was kort voor den aanval der onzen in de loopgraven geweest en ontsnapt aan 't gevaar van gevangen te worden genomen. De onzen moesten retireeren doordien Fransche cavalerie in galop van den berg kwam, gevolgd door een menigte infanterie. Onder de gewonden waren kapitein Wrangel van het korps van Mathieu, en luitenant Van Lynden der cavalerie, die een geweerschot door den linker schouder had en eenige dagen daarna overleed. Van de pionniers waren de commandant ter horst en twee manschappen licht geblesseerd.) (De Magistraat gaf order des avonds en des nachts niet zonder lantaarns op straat te gaan, op straf van arrest in de hoofdwacht en boete van 3 goudgulden, | |
[pagina 89]
| |
en zich niet op straat te vertoonen in geval van alarm, tenzij bij brand, Franq. 105.) 22. heeft het den heelen nacht rondom de stad zoo hevig met het kanon van de wallen geschoten, dat niemand kon slapen. (Gedurende den nacht zijn loopgraven gereed gekomen van begin 't Zand en bij den Ouden St. JacobGa naar voetnoot1 verbonden met die buiten de Roermondsche poort; bij het Smitshuizen's hofje was een batterij opgeworpen; ten zuiden van Zwagerman's hofjes buiten de MaaspoortGa naar voetnoot2 tot den tuin van Soiron op den berg van het Hoogschoor, waar ook eene batterij was. Het belegeringsgeschut was niet aangekomen, de vijand had niet dan een paar veldstukken, K.) (Overdag werd van tijd tot tijd met bommen en granaten van buiten de Roermondsche- en Maaspoort geschoten, de vijand in de loopgraven loste een hagel van geweerkogels zoodra zich een kanonnier bij de stukken op den wal, liet zien. - Gedurende den duisteren nacht van den 22.-23. wierp men gedurig lichtballons van den wal, van de batterij bij den kwaktoren werd geschoten en in de loopgraven buiten de Roermondsche poort werden uit groote mortiers steenen geworpen, K.) 23. 's morgens attaqueerden de Franschen het fort Ginkel en waren met hun loopgraven gekomen onder het kanon. Men vuurde sterk op hen met cartassen (kartetsen), zoodat, volgens mij een Hollandsche bombardier verteld heeft, door een schot 35 Franschen in de loopgraven gebleven zijn. Van de onzen zijn 4 dood gebleven en 6 gewond. Alle kanonnen (2 uitgenomen, die de onzen vernageld hadden) zijn binnen de stad gebracht met alle ammunitie uit het fort Ginkel, alsook uit de buiten- | |
[pagina 90]
| |
werken. (Tegen den avond werd het fort verlaten, K.) 24. heeft het den heelen morgen uit de stad (van den Lichtenberg in de richting Maas afwaarts, K.) zoo sterk gekanonneerd, dat in de heele stad alle huizen daverden. (Eene divisie Engelschen had in het Ooierbroek gekampeerd, welke volgens bericht aan den commandant 3000 man sterk was. Het schieten was om ontzetting te bekomen, maar de Engelschen waren naar Waal en Maas afgemarcheerd. - Een nota van den 29. zegt: Generaal Laurent had bij de capitulatie zijn eerevvoord gegeven, dat de Engelsche troepen de Waal gepasseerd waren en daarvan geen hulp te wachten was; dit ongeacht was het onwaar. K.) Omtrent half 11 kwam een Fransch officier met eenen trompetter, beiden geblinddoekt langs de Roermondsche poort binnen, en werden door twee Hollandsche officiers naar het commandement geleid. Een kwartier vóor 12 uur zijn zij weder beiden om de stad uitgeleid. Om 2 uur namiddag is de grootmajoor van de schans (de overste Douglas, K.) en kapitein-ingenieur De Veye met eenen Hollandschen trompetter naar het hoofdkwartier der Franschen, op de Munt onder Tegelen, gereden, die omtrent 4 uur met twee Fransche officiers zijn binnen gekomen, die 's avonds om half 10 weder zijn uitgereden. 25. 's morgens was er groote consternatie onder klein en groot wegens den uitval van de zaak. Om half 12 's middags was de grootmajoor De Veye met eenen trompetter weer uitgereden, en 's avonds met twee Fransche officiers binnen gekomen. 's Nachts is de capitulatie geteekend en om 4 uur 's morgens aan den burgemeester Van Aefferden door eenen ordonnans van den commandant Pfister gecommuniceerd. De stad was over. Laus Deo! was het woord. Ongelukkig waren de stad en inwoners, want was het niet gelukt, er waren vier batterijen gereed; in vier uren zou Venlo in asch liggen. Nu volgt de capitulatie (akte) gelijk ik die uit het Fransch vertaald heb; salvo meliori (behoudens beter). (Keuller geeft blz. 307 het stuk, bestaande in 20 artikelen, bijna woordelijk als Van Postel te lezen; | |
[pagina 91]
| |
de algemeene verspreiding en nog in den handel te koop zijnde Geschiedenis, ontsla ons van de opname hier. De overeenkomst is geteekend door den generaalmajoor Pfister, commandant der stad en van het fort St. Michael, namens de Staten-Generaal, en door generaal françois laurent, commandeerende het beleg van Venlo.) 26. 's morgens hadden de Franschen de avancés (buitenwerken) buiten de Maas- en Roermondsche poort ingenomen en de wacht. Om half 12 's middags kwam generaal Laurent in de stad met zijnen état-major, reed naar 't commandement, daarna kwam hij op 't stadhuis en ging naar de Weide bezit nemen van de magazijnen aldaar berustende. 27 en 28. was alles stil, maar vele Franschen kwamen in de stad om lakens en coussins (dekking) enz. te koopen en betaalden met assignaten. 29. 's morgens om 11 uur trok het heele Hollandsche garnizoen (eigen en geallieerde) bestaande uit 1400 à 1500 man, de Maaspoort uit over de brug met geweer en wapens, vliegende vaandels, slaande trommen en brandende lonten. Zij namen mede 10 kanonnen met toebehoor, 4 bedekte wagens en al hun bagage, en trokken naar Heusden en Breda, onder escorte (begeleiding) van vele Fransche dragonders. Die route is veranderd. Om half 4 kwam in de stad een detachement Franschen van de brigade van generaal Laurent (de halve brigade van Finistère, K.) met Turksch muziek (eenen grooten schoonen tamboermajoor, K.) maar trokken wederom uit. Die blokkeering van Venlo heeft aan de Franschen gekost, zoo bij den uitval als in de loopgraven, over de 1100 man, volgens de lijst der Franschen zelven. Ook brak het heele Fransche leger rondom de stad op en vertrok in 2 colonnes op Straelen en Gelder. Men heeft mij voor vast verteld, dat er dien dag door en om Straelen 15000 Franschen gepasseerd zijn. 30. was alles stil, maar daar werd in alle winkels veel papieren geld besteed. 31. om 10 ½ uur is de brigade van generaal Laurent (de heele brigade van Finistère) binnen gekomen met | |
[pagina 92]
| |
een vaandel en 20 tamboers en Turksch muziek, zij gingen logeeren naar de kazerne aan de Roermondsche poort. Generaal Laurent met den état-major was den 30. op de Weide komen logeeren. Bij dokter Herckenrath was de commandant van de stad, Raymond. Om 11 uur ben ik ‘citoyen curé’ een compliment gaan maken aan den generaal en heb zijn protectie verzocht; hij antwoordde mij: ‘Curé vous avez ma protection et de mes soldats, prêchez, chantez, faites votre office comme vous avez fait auparavant, personne ne vous troublera’ (Pastoor Gij zult mijne bescherming hebben, preek, zing, doe uw dienst als te voren, niemand zal U hinderen). Dat was iets waar ik zeer content van was. |
|