Het dagboek of De kroniek

Januari 1787.

Den 1. arriveerde een statenbode met de tijding, dat M. Vorsterman burgemeester was, dit is iets buiten gewoonte.

1. was schepen Thyssen 's avonds in de ‘Gouden Leeuw’ en toonde aldaar al te zottelijk zijn misnoegen, dat hij op de nominatie voor burgemeester niet gesteld was geweest, en na vele woorden verzocht hij vergadering van den Magistraat, hetgeen Timmermans om hem te stillen gedaan heeft. Terwijl de andere heeren vergaderden kreeg Thyssen ruzie met den tamboer van de hoofdwacht, en stiet dezen met zijnen voet op den bandelier; de wacht kwam en nam Thyssen in de hoofdwacht. De officier, die met permissie van den commandant op het bal was, werd geroepen, de commandant, zelfs de grootmajoor en meer waren op de been, die van mijnheer Thyssen niet dan scheldwoorden ontvingen. In de wacht begon deze den duivel te spelen en sloeg omtrent den morgen alle glazen van de wacht uit, waarop men hem handen en voeten bond met de koorden der trom, en op de brits wierp, waar hij menigen schoonen slag van de soldaten kreeg.

2. om 10 uur werd de wacht aan 't stadhuis verdubbeld; 's avonds na 8 uur was de markt vol volk; dan zijn er eenige burgers - wel in de 20 - geloopen naar het huis van burgemeester Timmermans, hem vragende of hij Thyssen wilde ontslaan of niet? Hij antwoordde, dat hij de Magistraat zou doen vergaderen, dat terstond geschiedde; want, riepen zij, anders halen wij hem er uit met geweld; de hoofdwacht stond in de wapens, alle scherp geladen. Om 9 uur kwam Timmermans met den advocaat Frederix van het stadhuis en

[p. 36]

hebben Thyssen uit de wacht gehaald en naar zijn huis geleid; een gewoel van volk was er, en een gedurig geroep van; ‘vivat schepen Thyssen, vivat de patriotten’, enz.; dan heeft deze in zijn huis alle burgers bedankt.

3. moesten alle adelborsten uit de stad op de wolvenjacht, uit order van den Souverein; den 4. ook, maar daar is niets opgedaan.

7. kreeg schepen Cornelis Bücken uit Den Haag zijn demissie, men hoorde tevens dat advocaat Heutz schepen was.

13. werd een jongentje van 12 jaar betrapt op dieverij bij vrouw Bosch, hij werd terstond gevangen en ondervraagd, bekende dezen en nog meer andere diefstallen door hem gepleegd; voor sententie kreeg hij 3 weken te zitten op water en brood en alle vier dagen de roede op zijn billen; de moeder was hiermede gelast, maar wilde niet; dan werd de oom geroepen, die het eenige keeren gedaan heeft in de presentie van twee commissarissen, maar extra sterk.

24. om 6 uur is mijn goede vriend mr. Jan van Roggeveen, auditeur militaire, overleden; den 27. werd hij om 3 uur met 3 koetsen begraven.

24. na middag kwam Skène, bode van het Hof, de doopregisters vragen voor den raadsheer Vos de Waal, als commissaris in 't proces van madame Bossy tegen de Coenen's, om inlichting daaruit te nemen. De Pastoor zei dat hij geen registers afgaf, maar wel wilde inzage geven op het Hof salvis vocationibus (eerstdaags) of in zijn pastoreelhuis. Den 27. kwam raadsheer Vos de Waal op de pastorie inzage nemen.