April.
Den 20. naar Averbode gaande, heb ik dit aan den heer prelaat Mauritius Verboven voorgesteld, die, na den rentebrief te hebben gelezen, zeide: 1. ik ben niet van zin om dat kapitaal te leggen, 2. mijne meening is, dat, ingeval onze suppressie kwam, dat de Keizer de interest zal blijven betalen, gelijk hij tot nu toe doet, 3. het vragen van eene particuliere hypotheek competeert volgens den rentebrief alleen aan de twee onderpastoors.
27. was het gereformeerde biddag, maar niets is ons aangezegd, en daar is ook niets gedaan.