'Suriname-poezie'
(1975)–Hugo Pos– Auteursrechtelijk beschermdSuriname-poeziedoor Hugo PosEen paar maanden geleden had ik het ergens over de Surinaamse literatuur en wees erop dat die nog zo jong is, dat vrijwel alle schrijvers nog in leven zijn. Dat is intussen niet meer het geval.
René de Rooy, die op de Antillen onder de naam Marcel de Bruin in het legendarische tijdschrift ‘De Stoep’ debuteerde is in Mexico plotseling overleden. Kort daarna is de belangrijkste dichter van Suriname, Trefossa, pseudoniem van Henny de Ziel, in Nederland, waar hij wegens ziekte verbleef, gestorven. Met zijn bundel ‘Trotji’ (Voorzang) bewees hij wat een waarachtig dichter met de verguisde volkstaal, het Sranan Tongo kan doen. Dat was in 1959. Sedertdien is er meer leven in de brouwerij gekomen. Een van de dichters is Shrinivasi, de dichter van de verzoening. Hij zou in staat zijn het zelfs aan de heer Glimmerween geduldig uit te leggen: we zijn toch geen biljartballen, die uit elkaar gaan als we elkaar ontmoeten. Zijn laatste bundel ‘Oog in oog’ heeft als ondertitel ‘Frente a frente’. De behoefte van de Surinaamse schrijver om zijn blik te verruimen en contact te leggen met kunstenaars en volk van Latijns Amerika is kennelijk aanwezig.Heerlijk moet het zijn om in die landen, waar de gastvrijheid nog een groot goed is, je te laten meeslepen door de revolutionaire drift van een het hele continent omvattend Latijns-Amerikaans geloof. Bij zijn poging om die nieuwe gevoelsstroom te verwoorden heeft Shrinivasi het gevaar niet kunnen omzeilen, dat er een soort poëtische retoriek ontstond. Maar hij staat, op zijn vijftigste jaar, aan het begin van een nieuwe ontwikkeling en afwachten is de boodschap. Teruggekeerd in Suriname van een reis door Columbia en Peru wil hij niet langer behoren tot wat hij noemt de ‘luisterkudde’ en hij schrijft vanuit de Surinaamse situatie dit sterke gedicht: Mijn vader heeft zich gekleed voor de stad
nerveus loopt hij de trap op
oog in oog met de machtigen des lands zit hij
en de één verwijst hem naar de ander
en een ieder wast zijn handen in onschuld
aan de hooggezwollen Surinamerivier
hun handen zo arm aan vriendschap
hun woorden bevuild met bedrog
mijn vader heeft zich gekleed voor de stad
alleen de zon speelt op zijn dasloze hemd
alleen de zon speelt in zijn kraag met ezelsoren
de zon toont mij twee schoenen zonder kousen
mijn vader heeft zich gekleed voor de stad
nerveus loopt hij de trap af
strompelt verblind de verveloze treden
en deporteert zijn kind
naar eenzame kamers in Blanda.
Shrinivasi ‘Oog in oog’. Uitgegeven
in eigen beheer: te verkrijgen
bij H. Lutchman, Ullenstede
k. 1704, Amsterdam; prijs ƒ 10.
|
|