Zanglievende uitspanningen(1788)–Olivier Porjeere– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Vrolijkhart en Weltevreden. Op dezelfde wijze. vrolijkhart. Reisgenoot, hoe staan de zaaken? Blijft gij nog al wel te vreê? Als de stormen 't huis doen kraaken, Gaat dan uwe moed nog meê? Ik blijf blijde liedren deunen; Vrolijk ook in tegenspoed; Ik mag door genade steunen Op mijn' God; Hij is mij goed. 't Zijn in Mesech korte stonden Voor een' reizend' vreemdeling; Altoos heb ik hulp gevonden, Hoe het voor-of-tegen ging. [pagina 48] [p. 48] weltevreden. Ja Vrolijkhart! 'k leef weltevreden, Of schoon de weg wat bitter is; Ik steun, in felle tegenheden, Op 't goddelijk getuigenis. Ik ben, 't is waar, eene arme made! Een magtelooze in moed en pligt; Maar, door kragtdaadige genade Acht ik de zwaarste lasten ligt. vrolijkhart. Laat ons blij dien Bondgod zingen! Hallelujah! God is goed! weltevreden. God geeft zijn kastijdelingen, Bij de roede, goeden moed. vrolijkhart. Hallelujah! laat ons prijzen! Liefde tempert al 't verdriet. weltevreden. Vergenoegdheid maakt de wijzen Hier gelijk aan Moses lied. [pagina 49] [p. 49] vrolijkhart. Storm, en jagtsneeuw, Hagel, Donder, Al de moeite op mijnen togt, Brengen mijne vreugd niet onder; Goël heeft mij vrijgekogt. weltevreden. De God van 't vrêeverbond, een God van wetenschappen Is wijs en goed, wiens doen in eeuwigheid bestaat; In God berustend naar het land der rust te stappen Is zalig: Goël zorgt; schoon 't al te bersten slaat. Hallelujah! God zal 't maaken. vrolijkhart. Wijkt gedrochten, voor dien God! weltevreden. Almagt plet de roode draaken. vrolijkhart. Ja vergruist hun overschot. weltevreden. Wie zou ons van Goël rukken? Hij, die bij en voor ons is, Drukt hen, die ons willen drukken! 'k Vrees voor geen verdoemenis. [pagina 50] [p. 50] vrolijkhart. Niemand kan dien band verbreeken. 'k Juich, daar ik op Almagt bouw; Zij zal onze haaters wreeken! Goël blijft zijn volk getrouw. zaamen. Groote God! twee hartevrinden Geeven zich in uwe hand. Onder 't buldren van de winden, Spoeden wij naar 't Vaderland. Vorige Volgende