De standvastige liefde van Victor en Colette, nieuw minnelied
(ca. 1800)–D. Porcelijn– Auteursrechtvrij
[pagina 4]
| |
Op een vrolyke wys.
1.
Daar zyn veel meisjes in ons Land,
Als men met geld komt in de hand,
Zy vragen naar geen jaar getal,
Al is het eens een oude Man.
2.
Dus leef ik vrolyk en verblyd,
Het gaat zoo als het spreekwoord zeid,
Een volle Beurs verzagt de Min,
Een Glorie, Moed, Verstand en Zin.
3.
Wy zyn hier thans in dit vertrek,
Aan de lieve Meisjes geen gebrek,
Is 'er dan geen een die myn bemind,
O neen! zy zwygen allen stil.
4.
Ik vraag aan wie ik vragen kan,
Het vragen past een ieder Man;
Dan leef ik zonder zorg [of d]ruk,
Mischien zoek ik myn [ongelu]k.
5.
Ach lieve Min! blyf myn getrouw,
En schenk my maar een goede Vrouw,
Geef my een Meisje die ik min,
En waar ik mee te vrede ben,
6.
Een Meisje zedig, fraai en net,
Niet al te Mager, niet al te Vet,
Niet al te Groot, niet al te Klein;
Zoo'n Meisje moet myn Vrouwtje zyn.
|
|