Gedichten. Deel 2(1728)–H.K. Poot– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Decius Junius Juvenalis. G' Ontlookt, o Juvenael, in Neroos helsche tyden: De deugden lagen doot, en Romes roem nam af. Ook had uw hekelzang den wereltdwang te myden, Totdat Trajanus trou uw rymen ruimte gaf. Maer welk een kroon zal ik nu best uw kruin verleenen? Uw dicht is heiligh goet, en heilloos quaet meteenen. Vorige Volgende