Schoolgezangen, voor drie stemmen. Dienende tot dagelijksch gebruik bij het aan- en uitgaan der school, en bij bijzondere gelegenheden(1838)–Hendrik Polman Az.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] XI. Gezang. Tevredenheid. (Naar het Hoogduitsch.) Eenigzins levendig. Wat vraag ik toch naar geld of goed, Wan- neer tevredenheid, Bij levenskracht in 't jeug- dig bloed, M'een bed van rozen spreidt. Dan zing ik, wijl mijn hart geniet, Mijn mor- gen- en mijn avondlied. Wat vraag ik toch naar geld of goed, Wan- neer tevredenheid, Bij levenskracht in 't jeug- dig bloed, M'een bed van rozen spreidt. Dan zing ik, wijl mijn hart geniet, Mijn mor- gen- en mijn avondlied. [pagina 25] [p. 25] Wat vraag ik toch naar geld of goed, Wan- neer tevredenheid, Bij levenskracht in 't jeug- dig bloed, M'een bed van rozen spreidt? Dan zing ik, wijl mijn hart geniet, Mijn mor- gen- en mijn avondlied. En zie ik dan de schepping aan, Natuur in goud gehuld, De dauw als zilver op de blaân, Den halm met graan vervuld, Dan denk ik: ‘al dat schoon, die pracht Heeft God voor mij ook voortgebragt.’ Dan juich ik vrolijk in mijn lot, Dan heb ik goeden moed, En denk: ‘God is een goede God, Hij meent het met ons goed.’ Ik blijf in God dan blij te moê, En breng mijn' dank Hem eeuwig toe. Vorige Volgende