Persoon/Onpersoon(1971)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 153] [p. 153] Kroniek van een anachronisme Een tijd, een halve tijd en nog een tijd. Wegen rollen zich op tot bergen, eeuwen krimpen ineen tot bossen: wolven, wolven. In de boomtoppen schrikt in de schemering een stad wakker. Alle anachronismen lossen zich op in eendagsvlinders, de koningen in hun komkommers, hun vervluchtigende symbolen. Ze weten: men kan slapen op een slaaptablet, reageren op een lachtablet, ze zijn rijk als hun bloed, als de wolken van teorie en mist die in hun ogen drijven. En de dichter? Hem vergaat het niet beter. Ook hij wordt opgehangen aan een standbeeld als een mompelend amulet, als een sierlijke stetoscoop wordt hij voortdurend gemanipuleerd en geraadpleegd. In bed, als hij zich omdraait wordt het nacht, als hij opstaat dag, als hij sterft regent het. Daarna: silence. Vorige Volgende