[Warm licht. (Zon, satelliet, sta stil!)]
Warm licht. (Zon, satelliet, sta stil!)/Mijn 1000-jaar oude
textielhuid (als nieuw), gretig de stralen opslurpend. Mijn
20-ste paar ogen (als nieuw), met onsterfelijke blik uitstarend
over het strand waar, naakt, mijn 30-ste generatie baadt: ontelbaar
& onsterfelijk:: Ik, mijn eigen hiernamaals, mijn eigen
continuum: Methusalem. Mijn pil. (Vergeten.)
De prachtige onthechte bewustzijnen der abstrakten, luchtig zwevend
om mijn hoofd, hun ijle sinustonen lokkend als de klank van,
klank van vertedood, ondood. Aai... aai...
de nog ijlere defensiebewustzijnen, speurend naar vijandige
symptomen of sirkelend rond de zwarte, torenhoog opgerichte
frustrator./Het gouden strand: de kinderen windvlagen rijdend
als op antieke vliegers, hun ouders vertekommunicerend::
elkaar beelden, ideeën, ellipsen toewerpend, lokkend, gedachtestrelend,
ofwel groepsprojekties oproepend, 1-dags-goden als
1-dagvlinders: hun vormen even zichtbaar in het licht: luid
toegejuicht of uitgejouwd - een goeroe, een atleet/een astronaut/
de grootste nul, de kleinste nul/de Grootste X, de kleinste x -
en weer verpulverend, een cirruswolkje drijvend naar de horizon; en weg/
Glimlachend participeer ik in hun spel, in gedachten neuriënd:
‘O kom, mijn kleine bloedeigen androïde’ en neuriënd:
‘Jij met je Van Allen's kuisheidsgordel,
ik offreer je een lumino-dynamische roos.’
Drie reageren glimlachend: gehoord. Mijn stimulus nog ongestoord. (Mijn pil!)
Achter ons, de boulevard met huizen van zelf transcenderende materie,
| |
licht als bijna lucht, de eksperimentele bloemen, hun sekonden lange
mutaties als kleurige explosies van Pi Alpha-vuur,
de dirigeerbare fabrieken:
fantasieën met 95% werkelijkheidsgehalte.
Naast mij materialiseert zich mijn vrouw, mijn eeuwenoude,
eeuwig zich vernieuwende Eva. - Je pil./ - Dank je liefste.
/Zie, een kilometerslange gedachte
ontrolt zich naar de horizon, in dank voor ons uitgelegd
door ons gezamenlijk nageslacht:: ontrolt zich, ontrolt zich...
Een eindje wandelen liefste?
//En keert terug. Alleen.
Zijn toekomstfantasieën een hiernamaals voor anderen.
|
|