Persoon/Onpersoon
(1971)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |
[En het was of - /Nee, gewoon naar kantoor./]En het was of - /Nee, gewoon naar kantoor./Dag
(Bellen bij geen gehoor.)
Brooddoosje in hand. Kus op je snorkel.//Mijn pen./Interne
zon, koel maar gelijkmatig sterk. Hij dicht weer kwitanties,
formulieren. (‘Wie dit leest wordt gek!’)
De CHEF: Kun je niet met 3 woorden spreken?
(3-letter woorden.)
Oh Mr X./Boord te nauw. Zitpuisten. (Billenknijpertje.)
Kom Mr X, ga naar huis Mr X -
Ach laat maar, zegt hij, individualisme maakt ook niet gelukkiger,
nog minder dan geld./Geld wel./Goed, geld wel. (Koppig.)
//En zie, op slag emotioneert hij een bloem - waarom niet -
tot een mooie antikwarische roos en offreert hem
aan zijn geliefde fotomodel.
Muziek. (Couperin: ‘Concerts les Goûts Réunis.’)
Zijn fotomodel wordt een gipsmodel, 2 jachthonden
(Meissner),
helgroene grassprietjes om zijn voeten, in de rococowind
zijn lubben van statische kant - /
Een elleboog stoot hem van de schoorsteenmantel.
Hij valt uiteen in brokjes dure historie. Oh Mr X, aah Mr X.
De CHEF: Kun je niet met 3 woorden spreken?
(3-letter woorden.)
En verder, verder...//Zijn tertiaire persoonlijkheid afdalend
door laag na humanistische laag - onttijdend, ontikkend -
slavenhandelaar, slaaf (Orkaan./Haal de luiken van dek,
opdat God kan zien dat wij levende have aan boord hebben
en geen specerijen), overwinnaar en vetgemeste (Kom in mijn
kooi. Eet me of paar paar me en eet mijn tiende baby
het volgend jaar), doder/gedode en beide even (weinig)
schuldig: Persoon en Onpersoon.
(If the murderer is hung for the wrong killing/who's wrong?)
De telefoon. Wie? Wie zegt u?//
| |
[pagina 43]
| |
En verder./IJs. Honger.
Het wachten is op voedsel en nieuw bloed./Op Groenland
is niets groen. IJs. Inteelt, bij gebrek aan massa./De nietgedeformeerde
heerser: over kinderloze kobolden, rachitisch, kromgegroeid;
over X-benen en waterhoofden, doodsmaskers en skeletten,
de oogkassen leeg of bijna leeg, halverwege de nieuwe wereld
en het avondland.//
Ws. als laatste der Vinkingen, stierf hij
(1540) eenzaam tussen de Eskimo's, die men uit schoonheidsoogpunt
niet wilde huwen: liggend op zijn gelaat, op het hoofd
een capuchon, goedgenaaid, in kleren van robbevellen en duffel
en met naast zich een kromme dolk, die verbogen was en door
veelvuldig gebruik zeer beschadigd en afgeslepen.//
5 uur. Scheppingsdag voorbij.
Dag. Kus op je snorkel... (Waar wij met standbeelden leven/
als met levende familieleden.) En het was of/
(Telefoon) Wie? Wie zegt u?
|
|