Lady Godiva op scooter(1960)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Waai niet Waai niet, zeg niet ik ben er niet; ik heb geen wolken om mee te spelen, geen acrobaten om uit te beelden. Je bent de tevreden stemming die in het gedicht heerst als ik thuiskom en mijn pygmeeën heb uitgehakt. Ik kom stoffig thuis uit mijn verleden tijd, een half humoristische sage en breng de wind mee die buigt en zijn hoed afneemt. Met lippen als volleerde glimlachjes verwelkom je hem en je zegt: ik ben zijn huisgenoot, ik buikdanseres, maar ik waai niet. Zeg niet, ik ben er niet, ik heb geen woorden om mee te spelen, geen vreemde dieren om mij te kleden. Je bent de dag die op mij neerstrijkt, schouderwarm, wanneer de woorden leeg en alle ledematen tevergeefs lijken, en het verleden dat opnieuw gevuld moet worden met warme pas genezen beelden vul je met warme pas genezen beelden. Zo maak je zelfs de groenste uniformen ongedaan. [pagina 7] [p. 7] Zeg niet, ik ben er niet. Want zoals je bent ben je het hooi van wind dat door mijn haar gaat, water dat mijn gedachten wast als er een tijdlijke afwezigheid van zee is, de onrust van mijn slaap, in mijn slaap zelfs raak je mij aan. Ik raak je aan, zo licht alsof ik een soldaat ben die de zee kust. Vorige Volgende