Het aaahh & ooohh van de verbonaut. Achtergelaten gedichten(2014)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] Stroomopwaarts 1 Het aardoppervlak onophoudelijk tot hooggebergte rimpelend, verder & verder, tot aan de afgrond. Daar stilliggen als een tellurische hond, moegerimpeld, grommend. Gestolde beweging - alleen onder ongeschoeide voeten nog voelbaar, dezelfde lichte trillingen die zich in je voortplanten als besta je - aardmens - alleen nog uit losse zandkorrels, lichtjes bewegende. 2 Al te lang in het dal gewoond, het steeds dieper dalende dal. Laagtegevoel. Scheepgaan op de rivier die de berg opstroomt. Meestromen, meestromen. Boven afmeren aan de derde oever van de rivier. Zuivere hoogte. Nog ongeopende vergezichten. Behaaglijk nestelen hier, al sneller ademend. * [pagina 115] [p. 115] Al sneller ademend de ontwikkeling van nieuwe bloedlichaampjes, plus de zichtbare condensering van andere uitzichten. En in een flits is niets onoverzienbaar. Een flits van Vermoeden. Misschien zelfs een ikvermoeden? Vorige Volgende