Tante Keetje's prentenboek(1854)–Franz Pocci– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Blindemannetje. Blindeman, blindeman, Wie houdt daar niet dolveel van. Zie zoo tast hij heen en weder, Ho! pas op! en val niet neder. De eene huppelt, d'andre springt Die trekt aan 't been, een ander zingt En duwt den blinden aan den muur, Daar lange Peter op den duur Zich stoot aan 't hoofd, dan aan het been Terwijl hij roept:’ ik heb je! - neen! Ik pak je! - kom ik loop weêr heen, - Kip! ik heb je! - 'k pak je al! Zie nu ben je in den val. De goede tante van der Geus, Met haar grooten krommen neus, Hoort dikwijls en het is niet mis, Dat haar gevel puntig is. Vorige Volgende