De verlooren schildwacht(1686)–Joan Pluimer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] De verlooren schildwacht. Kluchtspel. Eerste tooneel. Izabel, Jan. Izabel, voor de deur. HElaas! het is vergeefs. Jan, uit het sintinel huis je met een helbaard springende. Hou Juffrouw! hou! blyf staan. Hoe, weet je nou niet meer hoe ver jy maar moogt gaan? Izabel. Maar laat my doch... Jan. Neen, neen; jy zult my niet bepraaten. Ik weet myn last, jou broêr, zou my...het zal niet baaten Wat jy ook zegt. Izabel. Denk niet, dat ik myn broeders last Wil overtreeden, neen; daar is te veelaan vast. 'k Gehoorzaam zyn bevel. Jan. Maar mag ik wel iets vraagen? Izabel. Ja. waarom niet? [pagina 6] [p. 6] Jan. Valt jou niet yslik zwaar te draagen, Zo naauw bewaart te zyn? Izabel. Geensins. dat is my vreugd. Jan. Dat loof de Duivel. Izabel. Toch. Monfreere kend de jeugd. Een mensch is licht verleid. 'k zal zyn voorzigtigheden Altyd bedanken; hy heeft alles af gesneeden, Waar door men werd vervoerd. hy houd geen meid in huis. En hy doet wel. Jan. Heel wel. dat volk is zelden pluis. Gut! hoe veel Juffertjes zyn door dat volk bedroogen. Izabel. Ik zie Monfreer, en u alleenig voor myn oogen, 'k Spreek anders niemand. Jan. O! die raad die is zo goed. Zo leerd jou niemand kwaad. Nou Izabel, je moet Niet verder gaan, of ik zou dad'lik by je weezen. Izabel. Wat zou ik verder doen? ontsla u van die vreezen. Izabel, alleen. Jan in 't huis je. Onlydelyke plaag, die myne ziel beheerd, Gestrenge liefde, die in deze borst regeerd, Hebt gy geen midd'len, voor, de smertelyke slaagen. Die gy my slaat? Helaas! wat moet ik niet verdraagen! Ey maak, Cupido maak myn kwelling, en elend; Het vuur, dat myn verteerd, aan de oorzaak doch bekend! Ach! kwetst hem eindeling ook met de zelfde schichten, [pagina 7] [p. 7] Daar gy door uwe magt myn ziele voor deed zwichten! Indien ik minnen moet; maak ook ten minsten dan, Dat ik bemind werd! Ach wat raad! wat vang ik an Die ik bemin, heeft noch geen kennis van myn lyden, Hoe zeer ik om hem zucht. O min wild myn verblyden! Stort, stort my in een list, waar door hy van het leet Dat my verkwynen doed, bedektlik krygt de weet, In weder wille van al die, die my bewaaken! O liefde 'k voel u kracht, ik voel u kracht genaaken; Gy komt my nu te hulp, ik volg het geen gy zegt. Ja, ja gy hebt my nu getrouwlik onder recht. Zo deeze jonge Heer verstand heeft, zal hy merken Wat ik beoog, hy zal... maar laat ons 't uit gaan werken. Ik spreek zyn Pedagoog, en doe hem zo verstaan Wat in toekomende van hem moet zyn gedaan. 't Geen hy nooit ondervond, zal hy dan ras beginnen Dat 's 't rechte middel om myn kwelling te overwinnen, Nu heb ik hoop, om noch in weder wil van al Myn snôo bespieders my te redden; ja ik zal Nu 't einde zien van myn gevang'nis, als 't de vrouwen Recht ernst werd niemand kan haar lang gevangen houwen. Vorige Volgende