Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: O Heyligh eeuwigh Godt. Siet Muzijck van Hemelvaerts-dagh.
O Jesu, 's werelts Licht! Ga naar voetnoot+
Hoe is u Aengesicht
Soo deerelick geslagen?
Dat Aensicht vol van vreught:
't Welck d' Engelen verheught: Ga naar voetnoot+
Daer Godt in heeft behagen. Ga naar voetnoot+
Dat
| |
[pagina 265]
| |
Daer is geen wesen meer, Ga naar voetnoot+
Noch schoonheyt in u, Heer!
Heel bloedigh zijn uw' wangen!
Geschent van lit tot lit
Zijt ghy van verwe wit:
Als met de doodt bevangen.
Ge-
Ghy, Menschen selve ben 't,
Die Jesus Aensicht schendt,
Door uwe snoode sonden.
Uw' ydel vuyle lach
Geeft hem dien kinback-slach:
Hem uw' wulpsch' oogen wouden.
Uw *
En sondight toch niet meer:
Maer boet u, met hertzeer!
Ghy sult hem weer genesen.
Dit lieffelijck gelaet,
't Welck bloedigh voor u staet,
Sal uw' genadigh wesen.
Dit
|