Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: Courante la Bare. De noten siet Donderdag na Aschwoensdag.
GEen Liefde soo getrouw en groot Ga naar voetnoot+
En was, door 's werelts wijde ronden,
In 't menschen herte noyt bevonden,
Als die bewesen wort tot in de doodt.
Maer Christi Liefde overwint:
Die niet alleen heeft tot de doodt bemint,
Als hy sijn ziele heeft gegeven, Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 255]
| |
En 's Lichaems Bloedt: Ga naar voetnoot+
Dat hy ons 't leven // Mede heeft behoedt.
Maer
Maer, als het Joodtsche Volck hem socht
Uyt dese werelt te verdrijven;
Sijn Liefd', om daer altijdt te blijven,
Heeft eenen Goddelicken vondt bedocht.
Hy stelt sijn Lichaem onder 't schijn. Ga naar voetnoot+
Van het verandert Terwen-broodt en Wijn, Ga naar voetnoot+
Om hem altijdt te laten vinden,
In 't Sacrament,
By sijn Beminden // Tot een Testament.
Hy
O alderdiepst' ootmoedigheyt!
O Liefd', hoe zijt ghy ongemeten!
Ghy doet dien grooten Godt vergeten
Sijn onuytsprekelike Majesteyt.
Hy wort een slave met gewensch, Ga naar voetnoot+
Om op te rechten den vervallen mensch,
Ja wascht oock Judas vuyle voeten, Ga naar voetnoot+
Uyt nedrigheyt,
Om te versoeten, Sijn hartneckigheyt.
Hy
De Liefde maeckt den Heer een Knecht,
En doet den Meester zijn een slave:
Den Gever de gegeven Gave:
Den Voeder self de spijse, die hy recht.
Sy dwinght hem als een Pellicaen,
Sijn borst en leden voor ons op te staen
Tot voedtsel, en tot medecijne
In d' Heyl'ge Kerck;
Dat hy de sijne // Naer de Ziel versterckt.
Sy
O grooten Minnaer van u Volck,
Die ghy naer u beelt hebt geschapen; Ga naar voetnoot+
Ghy maeckt u minder als de knapen, Ga naar voetnoot+
Om die te trecken uyt der Hellen kolck.
Ontfanght van ons een eeuwigh danck
Voor dese Eng'le Spijs, en hemels Dranck.
Wy bidden dat dit Zielen Voedtsel,
| |
[pagina 256]
| |
Ter saligheyt,
Zy ons behoedtsel // In der eeuwigheyt.
Ont-
|