Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: Contesse vous beaux jeux. 't Muzijck siet Vrydag na 4. Sondag van Vasten.
MAria Magdaleen,
Een Sonders' ongemeen,
Is ons een spiegel van boetveerdigheyt,
En wijst het padt tot Godts bermhertigheyt.
Sy sagh haer boosheyts leven aen;
En docht: hoe kan dit voor Godts Recht bestaen?
Keer weer, mijn Ziel! De deur van sijn genaed'
"Voor u, en alle Sondaers open staet.
Sy
Dus heeft sy op gepast, Ga naar voetnoot+
Als Jesus was te gast.
Sy kroop van achter onder tafels voet:
Waschte sijn voeten met een tranen-vloedt. Ga naar voetnoot+
Met eygen hayr dan droogde s' af:
Die salfd', en menigh kusjens gaf,
Daet sy haer rouw en liefde soo bewees,
Dat Jesus haer in graci nam en prees.
Met
"Maer waer de Liefde werckt,
"Daer wordt den Nijdt bemerckt.
Een Pharizeus verargert, Christum laeckt. Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 246]
| |
Waer hy Propheet, hy wiste wie hem raeckt;
Want dees is een Sondaer'ge Vrouw,
Voor wiens gesicht een eerlick man is schouw.
"De vuyle Pick besmet een schoon habijt.
"Daer ghy met handelt oock gerekent zijt.
Want
"En oordeelt niemants knecht; Ga naar voetnoot+
"Want Godt komt toe het Recht.
O Simon! dese Vrouwe vry aensiet, Ga naar voetnoot+
Die tot boetveerdigheyt niet achter liet.
Dus Godt veel zonden haer vergeeft, Ga naar voetnoot+
Om dat sy liefd' en rouw bewesen heeft.
"Die slapper min, en dienst bewijst een vrient,
"Oock minder gunst en gaven hy verdient.
Dus
Drijft u dan 's hemels Geest,
Geen werelts opsicht vreest. Ga naar voetnoot+
Siet Magdalena schaemt' en vrees verwint,
Waer door haer Ziele by Godt graci vindt.
Soo Jesus, spijt der Joden Nijdt,
Den Sondaers geeft al hun misdaden quijt.
"Die maer tot hem en komen met een traen,
"Doen stracx sijn goedigh herte open gaen.
Soo
|