Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: Belle Iris.Nu is d' aengename tijdt
Van den Vasten weer gekomen:
Ga naar voetnoot(a) Niemant hoeft daer voor te schromen:
Want hy brengt ons groot profijt.
Ga naar voetnoot(b) Hy verbetert 's mensch gebreken,
En voldoet voor sond en straf:
Door gebedt doet tot Godt spreken,
Die ons seynt sijn gaven af.
| |
[pagina 177]
| |
En is Judith niet verhoort, Ga naar voetnoot+
Alsse voor Bethulien vaste;
Holofernem sy verraste,
En heeft door Godts hulp vermoort?
Satan, met sijn mee gesellen,
Onser zielen Stadt beset.
Wilt, met Godt, u tegen stellen,
Door het vasten en gebedt.
Satan
Recht als een Belegeraer
Rontsom struynt aen alle hoecken,
Om nauwkeurigh t' ondersoecken,
Waer de stadt is in gevaer:
Soo doet Satan met de zielen, Ga naar voetnoot+
Nacht en dach daer omme sweeft:
En soeckt wie hy magh vernielen,
Als een Leeuw die honger heeft.
Soo
Laet u dan door Judiths Geest,
Soo als de Bethulianen,
Desen Heyl'gen tijt vermanen,
Uw beleg'raer niet en vreest:
Maer neemt wapens in de handen,
Vast en bidt en aelmoes doet;
Gy uw vyandt maeckt tot schanden,
Als ghy soo uw sonden boet.
Maer
Hier mach men ophouden. Christus heeft getuygenis, Ga naar voetnoot+
Dat door vasten en gebeden,
Men den Duyvel doet uyttreden
Van een, die beseten is.
Hy self vaste veertigh dagen, Ga naar voetnoot+
Eer hem Satan heeft bekoort,
En verwon sijn list en lagen,
Door sijn vasten en Godts woort.
Hy
Tot dit geestelijck gevecht
Satan al gebruyckt voor Wapen,
| |
[pagina 178]
| |
Wat op aerde is geschapen,
Waer hy meed' u ziel beleght.
Wilt gy luyst'ren, consenteeren,
Gy hem willigh binnen laet;
Maer wilt ghy hem overheeren,
Vast en bidt en tegen staet. Ga naar voetnoot+
Wilt
't Vasten maeckt u oock bequaem
Tot 't gebedt, en alle saecken,
Die een deughdigh Mensch volmaecken;
Dat hy Godt zy aengenaem.
't Vasten baert gesonde sinnen,
Dempt des Vleischs en 's werelts lust,
't Doet Godt en den Naesten minnen,
En helpt ons tot eeuwige rust.
't Vasten
|