Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: O quam amabilis. Hoe aengenaem en soet. De noten, siet den 1. january.
HEt eerst' en 't groot Gebodt,
Als oock het tweede,
Leert Christus heden,
Bemint u Heer en Godt,
En Naesten mede.
Hier aen hanght heel de Wet,
En de Propheten met,
Ja 't eeuwigh leven,
Dat Godt wil geven.
Hier
Ons Naesten in 't gemeen,
Is, die in noodt // is,
Die arm of bloot // is,
Soo Christus meldt van Een,
Die hallef doodt // is,
Van Moordenaren handt,
Gequetst aen allen kant,
Beswijckt op straten,
Van elck verlaten.
Van
Daer een Levijt by aen,
En Priester rijden,
Den Krancken mijden:
Maer een Samaritaen
Hem hielp die tijden:
Sijn wonden, vol pijn,
Verbondt met oly en wijn:
Voerd hem, vol minnen,
Ter Herbergh binnen.
Sijn
"Die doet bermhertigheydt
| |
[pagina 143]
| |
"In noodt, met haesten,
"Dees' is den Naesten.
Sal zijn (soo Christus seydt)
Beloont ten laesten.
"Want die de Wet voldoet,
"Met graci wort gevoedt,
"En na victori
Sal hebben glori.
Want
|
|