Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: Quelle faveur.O wat genaedt geschiedt ons ziel, na wenschen,
Van Godt in 't Nieuwe Testament:
Als hem in daedt self Christus, voor de menschen,
Verbergt in 't Heylig Sacrament.
Hy geeft tot spijs sijn Vleesch aen die hem vresen:
Tot dranck zijn uytgestorte bloedt;
Dat, die het nut, naer eysch kan saligh wesen,
Naer ziele wesentlick gevoedt.
't Hebreus geslacht Riep: Manhu! wat een spijse!
Als Godt haer gaf het Manna-brood.Ga naar voetnoot+
Doch, schoon sijn kracht was van soo grooten prijse;
| |
[pagina 107]
| |
Nochtans die 't aten, zijn al doodt.Ga naar voetnoot+
Maer Christus segt: het broodt, dat ick sal geven,
Is self mijn vleesch, van sulken deught:Ga naar voetnoot+
Dat Heer, en Knecht, die 't eet, sal altijt leven
In graci hier; en naer in vreught.
Maer
Niemant soo rijck, 't zy Sect', of Heydens Nacy,
Die zijnen Godt soo na by heeft,Ga naar voetnoot+
Als Catholijck, wien Christus doet die graci,
Dat, die hem nut: hy in hem leeft.Ga naar voetnoot+
Danck zy hem dan, voor dese zijn weldaeden:
Dat hy een Tafel heeft bereydt,
Die alle man soo kan na ziel versaeden;
Dat hy leef in der eeuwigheydt.Ga naar voetnoot+
Danck.
|