Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker–
AuteursrechtvrijWijse: O mensch van Godt geschapen. Jan de Nivelle. Hoe wel soo moet het lusten. Johannes Christi Dooper,
En yverig Voorlooper,
Zijnd' in gevangeniss':
Doet sijn Discipels heden
Self tot sijn Meester treden,
Om sijn getuygeniss'
Hy hadd' hen aengewesen:Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 19]
| |
Siet, het Lam Godts is desen,
Die afneemt 's werelts schult.
Maer nu sendt hyse leeren Ga naar voetnoot+
Self van den Heer der Heeren:
Zijt ghy die komen sult?
Maer
d' Heer antwoord' hen met wercken,
Om hun Geloof te stercken:
Joanni weder-seght:
Dat hooren doove Menschen:
De Blinde sien, na wenschen:
De Kreup'le gaen weer recht.
Dat
De Doode zijn verresen:
De Arme onderwesen:
Melaetsche suyv'r, en fris.
Geluckigh duysent-werven,
Die in My, tot sijn sterven,
Niet en verargert is.
Geluckigh
O Mensch, leert oock u kinders,
Dat sy zijn Godts beminders:
Wijst hen oock Christum aen:
Stuert tot de Predicaci';
Op dat sy, door Godts graci',
Haer tot 't Geloof verstaen:
Stuert
En d' heyl'ge Sacramenten
Wel diep in 't herte prenten,
Met d' oeffeningh der deught;
Op dat sy door goedt leven,
Eens moghen zijn verheven
In 's Hemels volle vreught.
Op
|