Derde stukje van het Princelyke Oranje hof, cierlyk beplant met Oranje gezangen
(1749)–F. Pitton– AuteursrechtvrijStem: Ha, Ha, zie zoo.WIE is thans niet verheugd
En toont een blyde vreugd!
Daer nu de Brit en
| |
[pagina 26]
| |
Batavier
Van vreugd zyn opgenomen schier
Elk zingt en springt men roept houzé dat klinkt.
2.Dewyl d'Oranje Spruit,
Prins Friso met zyn Bruid,
De Kroonprinces van 't Britse Ryk
Getreden is in 't Huwelyk
Met pragt, met pragt,
Is deze Trouw volbragt.
3.De Staatzie was zoo schoon,
Als Frederik Hendriks Zoon,
Den tweden Willem, ooit heeft gehad
Wanneer Hy in het Huwelyk trad;
Elk ziet, elk ziet,
Wat voortyds is geschied.
4.Ten vyf uuren was in
Sint James het begin,
Van de Cermonie groot van pragt,
Die duurde tot na middernagt,
Vol vreugd, vol vreugd,
Dat elk nog lang geheugd.
5.Een pyper trok voor aan,
Daar agter zag men gaan
Tamboers, Trompetters, ry aan ry,
De Keteltrom die was 'er by;
Getrom, gebrom,
Gespeel men hoorde alom.
| |
[pagina 27]
| |
6.Den Prins als Bruidegom,
Had Englands Order om,
Aan 't Lyf een schoon Goudlakens Kleed,
Daar vlyt en Kunst was aan besteet.
Elk zingt, dat 't klinkt,
Hoe Nassous Zon thans blinkt.
7.Duc Grafton, Lord Hervy,
Die gingen naast Zyn zy,
Met Scarbourough en Wilmington;
Dit Paar had elk hun Order om,
Ter eer, ter eer,
Van Nassous Vorst en Heer.
8.Van Lynden, Alua,
En Dunkan volgden na,
Met 's Princen Edelluy, die paar
Aan paar, ook gingen naast malkaar,
Vol pragt, vol pragt,
Na elk zyn rang mêbragt.
9.Wanneer zyn Hoogheid kwam
In de Kapel, soo nam
Hy plaats op een verheven Troon,
Als den aanstaende Konings Zoon.
't Musyk, 't Musyk,
Men hoorde heerelyk.
10.Men keerden aanstonds weêr
Om ook die zelfde Eer,
Te tonnen aan de Kroonprinces,
Des Princen Bruid, en Minnares;
De Zon, de Zon,
Van 't gantsche Albion.
11.Zy was zeer schoon gekleet
En prachtig in 't Habeet,
Van Zilver Lake aan alle kant,
Beleit met Paarle en Diamant,
| |
[pagina 28]
| |
De Sleep, de Sleep,
Zes Ellen ruim begreep.
12.Die nagedragen wierd
Van tien Leddys, verçiert,
Met witte Kleed'ren van Satyn;
Veel Dames floten toen den trein,
Vol pragt, vol pragt,
Naar elk haar Staat meê bragt.
13.Toen haare Hoogheid kwam
In de Kapel, soo nam
Zy plaats regt voor den Bruidegom,
De Dames bleven staan rontom:
't Musyk, 't Musyk,
Men hoorde heerlyk.
14.De Koning, Koningin,
En hun Familie, in
De Kerk gekomen zynde, daar
Wierd men veel Adeldom gewaar,
Elk nam, elk nam
Zyn plaats die hem toekwam.
15.Na 't Orgel had gespeelt
En yders Oor gestreelt,
Zoo nam Prins Friso by de Hand,
De Kroonprinces van Engeland,
Dit paar, dit Paar,
Ging aanstonds na 't Autaar.
16.Zy knielden neder ras,
En Londons Bisschop las
Voor hen het Huwlyks Formulier,
Dat pas gedaan was, of toen wierd,
't Musyk, 't Musyk,
Gehoord weer heerelyk.
17.Toen yder keerde weer,
Genoot den Prins die Eer,
| |
[pagina 29]
| |
Dat Hy by de Getrouwden ging,
Zyn Bruid die zelfde Eer ontfing.
Met pragt, met pragt,
Is deze Trouw volbragt.
18. Het Jonge Paar ontfinf
Des Konings Zegening:
En 's avonds zag men op de Zaal
Van Staat een kostelyk Avondmaal,
Vol vreugd, vol, vreugd,
Een yder was verheugd.
19. Al de Adel met malkaar
Begroette 's nagts dit Paar,
Met veel geluk en Zegening,
Toen volgde Hun Bedlegering:
Het Bedt, het Bedt,
Was kostelyk en net.
20. Een yder was verheugd,
En toonde zyne vreugd,
De Huizen waren geillumineert,
Hier vloog het Vuurwerk, gints ageert
't Kanon, 't Kanon,
Men spaarde geen Pikton.
21. De Hemel schenk dit Paar
Dat Zy nog binnen 't Jaar,
Een welgemaakte frisse Zoon aanschouwen,
Hunne Deugd ten loon,
Zo bloeit, en groeit,
Oranje onvermoeit.
22. Zoo blyft d'Oranje Stam,
(Wiens Tak op 't laatste kwam)
Steeds bloeijen, en den Hemel geeft
Dat Frisoos Naam geduurig leeft,
In spyt, in spyt,
Van die het Hem benyt.
| |
[pagina 30]
| |
23. Die Eer past hem alleen,
Oranje, anders geen,
Wyl zyn Voorouders met hun goed,
Ontziende niet haar eigen Bloed,
Dit Land, dit Land,
Ontrukten Spanjaards hand.
24. Wie is dan niet verblyd,
En Zingt in deze Tyd,
Ter Eer van dees doorlugte Trou,
Vry op Wilhelmus van Nassou,
En zingt, en springt,
En roept Houzée dat 't klinkt.
|
|