Wanneer je eet, moet je je vingers gespreid houden
Baas Lando was vroeger directeur van een plantage. Hij had twee vrouwen in de stad. Alles wat hij op plantage kon verzamelen bracht hij voor deze vrouwen wanneer hij naar de stad kwam. Maar elke keer zei hij tegen hen: ‘Wanneer je eet, moet je je vingers gespreid houden.’
De eerste vrouw, vrouw Lène, wist niet wat dit betekende. Maar de andere vrouw, vrouw Lena, wist dat wanneer Baas Lando dingen van plantage gebracht had, zij die met anderen moest delen.
Wanneer dus in de middag, vrouw Lène klaar was met koken, ging ze buiten zitten eten en hield haar vingers gespreid in de lucht terwijl ze at. Dan zei ze: ‘Baas Lando zegt, dat wanneer ik eet ik mijn vingers gespreid moet houden.’ Zelfs al bracht Baas Lando heel wat varkensvlees en kabbeljauw voor haar mee, at vrouw Lène alles alleen op. Vrouw Lena daarentegen verdeelde wat ze had met anderen.
Na geruime tijd kwam Baas Lando te overlijden. Beide vrouwen huilden vreselijk toen ze hoorden dat hun man was overleden. Nadat ze hem begraven hadden, keek niemand om naar vrouw Lène. Maar vrouw Lène zag hoe heel wat mensen dingen brachten voor vrouw Lena. Men bracht suiker, zout, kip, tabak, koffie en olie. Op een dag ging vrouw Lène naar vrouw Lena en zei: ‘Nou, sinds Baas Lando is overleden pinaar ik. Maar jij! Iedereen die hier komt brengt wat voor je mee.’
Toen antwoordde vrouw Lena vrouw Lène als volgt: ‘Toen Baas Lando dingen voor je bracht, wat deed je ermee?’