Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdOpera -TannhäuserGa naar voetnoot202
| |
[pagina 464]
| |
Brandts Buys, wiens hypersensitieve noorderlingenziel naar zuidelijker schoonheden dorstte, haatte Wagner. En ik ben het nog heden evenzeer met hem eens als voor enige jaren, toen hij drie vierde deel van het Utrechtse intellect tegen zich in het harnas had gejaagd met een kritiek op Die Walküre. Die kritiek (ik citeer uit het hoofd) culmineerde in de bewering: ‘Goethe heeft het altijd wel geweten. Hij had aan de antieke goden volkomen genoeg, maar hij voorzag wat de belustheid zijner landgenoten ging opleveren. Doch er was geen houden meer aan: het hele Walhalla is naar beneden komen zetten en de planken kraakten onder de zware tred der Germaanse goddelijkheden.’Ga naar voetnoot203 Brandts Buys heeft bij andere gelegenheden ook geschreven dat de oudere opera's van Wagner, waarin deze nog braaf Meyerbeert en Webert, veel genietbaarder zijn dan de late, echte Musikdramen, met hun eindeloze samenspraken, met hun boekdeel Leitmotiven, met die bergen theologismen, Welträtsel en pan-Germanisme. En ook dit is weer volkomen juist. In Holländer, Tannhäuser en Lohengrin wordt nog wel wat Italiaans gezongen. De zangstemmen zijn daar tenminste nog ten dele melodisch. Maar, ik kan het niet gebeteren, Tannhäuser speciaal vind ik wel heel erg. Het lijkt mij geen zeer groot onderscheid of men oude sagen (Tannhäuser, Lohengrin, Holländer) promoveert tot operalibretti, dan wel of men ditzelfde doet met momenten uit de oude, heidense godsdiensten. Het is maar de vraag hoe het geschiedt, wie het doet. Wagner behandelt zijn stof altijd als een uitnemend (soms wat langdradig) regisseur, als een theatermens. En, gelijk Debussy zei: ‘faire du théâtre’ gaat nooit samen met ‘faire de la musique’.Ga naar voetnoot204 Overigens moeten wij onszelf niets wijsmaken. Tannhäuser ging in 1845 voor de eerste maal (in Dresden), en 1853 publiceerde Wagner zijn Ring-teksten al. In Tannhäuser spookt Wotan reeds (Landgraf), daast der reine Tor (hier Wolfram geheten). En of men zich nu druk maakt ter wille van de graal of van een alledaagser symbool, is meer een kwestie van opvatting dan een wezenlijk verschil, meen ik. Tannhäuser is even langwijlig, even traag stromend als de ernstigste momenten uit Parsifal, Siegfried, Walküre of Meistersinger. En, wat het ergste is, er staan scènes | |
[pagina 465]
| |
in die absoluut niet te redden zijn, zolang men zelfs maar voor een gering deel blijft vasthouden aan Wagners regievoorschriften. Tannhäuser en Venus, in die ongemakkelijke poffertjeskraam in I,Ga naar voetnoot205 zullen altijd alleen maar belachelijk blijven. De edele zangers, Wolfram voorop, zullen immer een stel houten klazen blijven. Het zal de Elisabeth-figuur ten eeuwigen dage aan waarneembare dramatische kracht mangelen. Tannhäuser zal altijd slechts een opera zijn, en geen goede. Goede opera's, ze zijn er: Freischütz, Hans Heiling,Ga naar voetnoot206 Rosenkavalier in Duitsland. Verder: bijna alles van Mozart; Fidelio; in Frankrijk één chef d'oeuvre: Carmen;Ga naar voetnoot207 in Italië: alles van Verdi. Wat ik hierboven over Tannhäuser schreef, klinkt nogal erg. Er staan daartegenover ook wel goede dingen, gezien vanuit het standpunt des operaminnaars. Het begin van het derde bedrijf, vóór de van alle muzen verlaten avondstercavatine-Finale van het tweede bedrijf, slot van het eerste. Doch waarlijk geniale invallen, zoals in Lohengrin de behandeling der Ortrud-figuur; in Tristan het begin van het laatste bedrijf; in Meistersinger: Beckmesser; in de Ring: Alberich - dergelijke trouvailles telt Tannhäuser er geen. Trouwens, het ergste: aannemende dat Wagner nu eenmaal meer theologie in zijn opera's smolt dan muziek, wat een onbijzonder soort is dan de moraal die in Tannhäuser in de loop der drie akten gecatechiseerd moet worden... Ik kan mij voorstellen dat sommige eenvoudige zielen nog ontroering kunnen putten uit het miraculeuze aperçu van Parsifal of de identieke passages uit Lohengrin. Maar dit hier, dat zwarte en dat witte schaapje... Gezien vanuit een orthodox christelijk gezichtspunt is het een profanatie; vanuit het (het meest gebruikelijke!) liberaal-religieuze standpunt: een vulgariteit. En Wagners Tannhäuser-traktaatje, gelezen met het bewustzijn van de onbevooroordeelde en onchristelijke mens, blijkt een dompe, doffe verwringing van het juist gestelde exposé. (Tannhäuser, die oppervlakkig geredeneerd, volmaakt tevreden moest zijn in de Venus-grot, verlangt het aardse leven met de troebelingen en tegenheden terug, omdat de wensenloze bevrediging voert tot verslapping en steriliteit. Overigens wordt het complex al dadelijk verknoeid, vertroebeld door een regie, die de bacchanten en satyrs op deze wijze laat reageren op de bovengrondse muziekjes.) Men zou de geest van het werk in acht woorden kunnen karakteriseren: Tannhäuser begint daar, waar Tom der Reimer eindigt.Ga naar voetnoot208 Nu is, terloops opgemerkt, het slot van Tom der Reimer, muziek van de beminnelijke en door Wagner zo hoog geschatte Carl Loewe, niet het beste deel der ballade. Hoe wil dan het vervolg uitvallen...? Neen, ik bedank voor Wagners opera's. Ik zal de waarlijk superieure bladzijden van deze lang- en breedsprakige renovator altijd blijven bewonderen. Isoldes Liebestod is een wonder; het Meistersinger-voorspel een stuk geschut; de treurmars | |
[pagina 466]
| |
uit Götterdämmerung, de zeestukken uit de Holländer, Feuerzauber, Walkürenritt uit Walküre, het begin van Siegfried zijn gigantische fantasmagorieën. In stukken als Wotans Abschied, Siegfried-en-Brünnhildes liefdesduet, Johannisnacht uit Die Meistersinger klopt het hart van ieder onzer (tik-tik-tik, zou Charivarius schrijven).Ga naar voetnoot209 Maar het blijven fragmenten. Het is ook billijk. Niemand kan een drie uur lange muziek schrijven die steeds voortreffelijk is. Doch men kan wel een drie minuten durend stuk, volmaakt als geheel, hoger stellen dan een uur muziek waarin een minuut schoonheid tovert. Wij zijn thans misschien zover dat wij dit beseffen. Wagner wist, of vond, of begreep dit nog niet. Misschien dat wij juist door zijn eindeloosheden spoediger tot het inzicht zijn gekomen dan langs de ‘symfonische’ weg Beethoven-Bruckner-Mahler. Was het gisteravond een goede Tannhäuser-opvoering? Ik vond het niet. Het decor deed erg raar, het koor ook. Jules Moes (Tannhäuser) en Kubbinga (Landgraf) verdienen een openlijke bewondering. Te vermelden zijn voorts Dirks (Wolfram) en Greta Santhagens-Manders (Elisabeth), die als ze zo doorgaat, met twee seizoenen haar stem opgebruikt zal hebben. Ik zou dit jammer vinden; zij behoorde zich wat te sparen. Henri Zeldenrust dirigeerde en dat was een vergissing.Ga naar voetnoot210 Het middendeel der ouverture werd een paskwil. Een de-laatste-trein-gaat-over-tien-minutentempo. Als iemand zich in de concertzaal zoiets permitteerde, zou hij van het podium gesist worden. Maar dat gebeurt in de schouwburg niet. Het muziekje is maar bijzaak, denken zij... Ballet maar verzwijgen. |
|