Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2(1727)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave [Eerste stuk] Historische verhandeling Over de hedendaagsche godtsdienst-plichten En gewoontens Der Roomsche kerke. Derde Afdeeling. Behelzende de Feesten, Sakramenten en andere Plechtigheden. I. Hoofdtstuk. Van den Oorsprong en Invoering der Feestdagen. II. Hoofdtstuk. Van de Feesten en Jaarlyksche Kerkbezoekingen volgens de Roomsche Maandt- en Dagwyzer, die men in de Maanden Januarius, Februarius en Maart viert. III. Hoofdtstuk. Van de Kerkbezoeningen in de Vasten en de Plechtigheit van den Aschdag, hoedanig men die viert. IV. Hoofdtstuk. Van den Vastenavondt, de Vasten en Quatertempers of drie daagsche Vasten, nevens de Kerkbezoekingen der drie eerste weeken in de Vasten. V. Hoofdtstuk. Hoe de Zegening van de Goude Roos geschied, en welke Kerkbezoekingen en Feestdagen geduurende drie weeken tot aan Palm-zondag geviert worden. VI. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden op Palm-Zondag in gebruik. VII. Hoofdtstuk. Hoedanig men de Processie van 't H. Sakrament naar 't Graf aflegt. VIII. Hoofdtstuk. Hoedanig men de Autaren van hunne Sieraaden ontbloot; en de Kerkban op den Goeden Vrydag verkondigt. IX. Hoofdtstuk. Met hoedanig een Plechtigheit de Paus, en Koningen den Armen de Voeten wassen en ter Maaltydt dienen. X. Hoofdtstuk. Hoe de Heilige Oly en Zalf-Oly Gezeegent word, en welke Plechtigheden des Donderdags en Vrydags van de H. Week worden waargenomen. XI. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden by de Aanbidding van 't Kruis waargenomen. XII. Hoofdtstuk. Van de Processien plechtelyk op den Goeden Vrydag gehouden. XIII. Hoofdtstuk. Van de Zegening van 't Nieuw Vuur, XIV. Hoofdtstuk. Van de Zegening die over de Paasch-Waschkaers word gedaan; de Zegening der Doopvonten en den Doop der Catechumenen. XV. Hoofdtstuk. Van de Ceremonien van Paasche, waarin die lestaan; en welke Feestdagen daarna volgen. XVI. Hoofdtstuk. Van de Feestdagen en Kerkbezoekingen die te Rome in de Maandt April worden geviert. XVII. Hoofdtstuk. Van de Feestdagen en Kerkbezoekingen te Rome in de Maandt May geviert. XVIII. Hoofdtstuk. Van de Kerkbezoekingen der beweegbaare Feesten na Paasche, en met welk een Plechtigheit de Feesten van Hemelvaartsdag en Pinxter geviert worden. XIX. Hoofdtstuk. Met welk een Plechtigheit de Processie van 't H. Sakrament word volbragt. XX. Hoofdtstuk. Hoedanig het H: Sakrament voor den Paus, wanneer hy op reis is, gedraagen word. XXI. Hoofdtstuk. Van de voornaamste Processien te Rome geduurende den Oktaaf van Sakramentsdag; en de Feestdagen die in de Maanden Juny en July geviert worden. XXII. Hoofdtstuk. Van de Feestdagen die men in de Maanden Augustus en September viert. XXIII. Hoofdtstuk. Van de Feestdagen die men in de Maanden October en November viert. XXIV. Hoofdtstuk. Van de Feestdagen die men in de Maandt December viert; van de Ceremoniën in den Advent; insgelyks die van 't Zegenen van den Degen en Hartoglyke Muts. Hoe men de Middernachts Mis voor 't Kersfeest zingt. XXV. Hoofdtstuk. Van de Sakramenten der Kerke; en eerstelyk het Sakrament van den Doop. XXVI. Hoofdtstuk. Van het tweede Sakrament van 't Vormzel, hoedanig dit behandelt word. XXVII. Hoofdtstuk. Van het derde Sakrament van de Eucharistie of het Heilige Avondtmaal. XXVIII. Hoofdtstuk. Van 't Gezeegendt Broodt; en 't Laatste Olyzel of de Communie der Zieltogende. XXIX. Hoofdtstuk. Van het vierde Sakrament van Boete, en de Biecht. XXX. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden over de Boetoplegging van Openbaare Zondaren, en hoe die na de Volbrenging weder ontslagen worden. XXXI. Hoofdtstuk. Van den Kerkban en met welke Omstandigheden die gaat verzelt; als ook met hoedanig een Plechtigheit den Banneling weder ontslagen word. XXXII. Hoofdtstuk. Van de Ontwying der Geestelyke Bedienaren, hoe streng die uitgevoert word, en waarop betrekkelyk is. Zeldzame bezweering en verbanning van Schadelyke Gediertens. XXXIII. Hoofdtstuk. Van de Bedienig der Biechtvaderen, en welk een gezag 's Pausen Groot-Biechtvader te Rome heeft. XXXIV. Hoofdtstuk. Van het vyfde Sakrament, van 't Laatste Olyzel en 't gebruik van dien. XXXV. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden die men in acht neemt ten opzicht van een Christen op zyn Uiterste leggende. XXXVI. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden der Lykstatien in alle haare omstandigheden. XXXVII. Hoofdtstuk. Van de Zegening der Kerkhoven en hoe. XXXVIII. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden wegens de Begraving der Dooden in gebruik. XXXIX. Hoofdtstuk. Van het zesde Sakrament, als van 't Huwelyk met zyne omstandigheden. XL. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden des Huwelyks in de voltrekking gebruikelyk. XLI. Hoofdtstuk. Van de Zegening over de Zwangere Vrouwen nevens die na haare Verlossing met de behandeling daar van beschouwt. XLII. Hoofdtstuk. Van de Bezweering en Duivelbanning, en met welk een Plechtigheit dit gaat verzelt. Historische verhandeling Over de hedendaagsche godstdienst-plichten En gewoontens Der Roomsche kerke. Vierde Afdeeling. Waar in men van alles handelt 't geen de Kerkvoogdy enz. betreffende zy. I. Hoofdtstuk. Van het Sakrament der Geordende, en hoe de Geordende worden gewyt. II. Hoofdtstuk. Van de Ampten, Inkomsten en Waardigheden der Kerke. III. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden by de Verkiezing en Inwying der Bisschoppen gebruikelyk. IV. Hoofdtstuk. Met welk een Plechtigheit den Aartsbisschoppen het Pallium word verleent; en hoe de Lammeren gezegent worden van wiens Wolle men zich dient om de Palliums te maaken. V. Hoofdtstuk. Hoe de nieuwelyks Ingewyde Prelaat zyne Intreede in zyn Bisdom doet. VI. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheit over het Afsterven en 't Begraaven van den Bisschop. VII. Hoofdtstuk. Van de Bedienaars der Kerke en de Waardigheden die van Minder Rang met die van den Bisschop zyn. VIII. Hoofdtstuk. Van de Klooster-Geloften der Kloosterzusteren en haare Inwying. IX. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden die de Waardigheit der Kardinalen betreffen. X. Hoofdtstuk. Van de Verheffing der Kardinalen, en hoe zich dit Plechtiglyk toedraagt. XI. Hoofdtstuk. Van de Bezitneeming des Verkooren Kardinaals Tytel. XII. Hoofdtstuk. Van de Uitvaart en Lykstatie der Kardinalen. XIII. Hoofdtstuk. Van de Uitvaart en Lykstatie van den Overleden Paus. Historische verhandeling Over de hedendaagsche godtsdienst-plichten En gewoontens Der Roomsche kerke. Vyfde Afdeeling. Behelzende een Vervolg van de Kerkvoogdy: waar in een kort bericht van 't Geestelyk Gedrag des Roomschen Hofs gegeeven word. I. Hoofdtstuk. Van de algemeene Pausselyke Stedehouder en de Kanselier en Onderkanselier van 't Pausselyk Hof. II. Hoofdtstuk. Van de Regent, de Prelaten en Abbreviateurs van 's Pausen Kanselary; de Pauselyke Geheimschryver en Onder-Geheimschryvers van Staat. III. Hoofdtstuk. Van den Prefect der Gewaardeerde Brevetten, de Prefect der Teekening van Genade of Gunstbewys, en die van de Teekening van Gerechts-oefening; en van de Prelaten Referendarissen van wederzyds Teekening. IV. Hoofdtstuk. Van de Dataris of Kanselier van den Paus, en andere Bedienaren van de Kanselary of Datarie. V. Hoofdtstuk. Van 's Pausen Paleis-Meester, en andere voornaame Amptenaren van zyn Hof. VI. Hoofdtstuk. Van den Prefect der Pausselyke Sakristy, de Boekerybewaarder van den Paus, en de Meester der Ceremonien. VII. Hoofdtstuk. Van den Kamerling of Schatbewaarder van 't Genootschap der Kardinalen; de Geheimschryver en Klerk der Natien, en de Oprekenaar of Opteller van 't zelve Genootschap. VIII. Hoofdtstuk. Van de Roomsche Rechtbank de Rota, en alle haare Overheden die een soort van Pausselyk Parlement uitmaaken. IX. Hoofdtstuk. Van de Apostolische Kamer en daar in dienende Amptenaren. X. Hoofdtstuk. Van de Protonotarissen der Apostolische Kamer in 't Consistorie van den Paus dienstdoende, en die den naam van Deelgenoten draagen. XI. Hoofdtstuk. Van de Congregatien in 't algemeen; van de Pausselyke Congregatie; die van de Heilige Bediening en van de Voortplanting des Geloofs. XII. Hoofdtstuk. Van de Congregatie om het Concilie van Trente te verklaaren, en die over de Registers van verboden Boeken zyn gestelt. XIII. Hoofdtstuk. Van de Congregatie der Voorrechten; die der Bisschoppen en Geordende; en die voor 't Onderzoek der Bisschoppen. XIV. Hoofdtstuk. Van de Congregatie der Bisshcoppelyke Zeden; en die voor de Verblyfplaats der Bisschoppen. XV. Hoofdtstuk. Van de Congregatie over de vervallen en verzwakte Kloosters om die af te schaffen; en die van de Apostolische Bezoeking. XVI. Hoofdtstuk. Van de Congregatie over de Reliquien; en die der Aflaten. XVII. Hoofdtstuk. Van de Congregatie der Gewoontens of Plechtigheden der Kerke. XVIII. Hoofdtstuk. Van de Congregatie over 't bouwen der Kerken. [Tweede stuk] Historische verhandeling Over de hedendaagsche godtsdienst-plichten En gewoontens Der Roomsche kerke. Behelzende de Historische Gedenkschriften over den straffen Rechtsdwang der Inquisitie. Eerste Afdeeling, Dienende tot een Voorrede: Waarin men vertoont, hoedanig het aloude gedrag der Kerke, ten opzicht der Ketteren strydig is, met het geen de Vierschaar van de Inquisitie tegenwoordig houdt; nevens een vergelyking van de rechtspleeging der eene met de groote onrechtvaerdigheit der andere. Historische verhandeling Over de hedendaagsche godtsdienst-plichten En gewoontens Der Roomsche kerke. Behelzende de Historische Gedenkschriften over den straffen Rechtsdwang der Inquisitie. Tweede Afdeeling, I. Hoofdtstuk. De Oorsprong, Oprechting en Voortgang van de Inquisitie. II. Hoofdtstuk. Van de Oorlogen over de Instelling der Inquisitie veroorzaakt. III. Hoofdtstuk. Van verscheiden Zwaarigheden over de Uitvoering der Oprechting van de Vierschaar der Inquisitie. IV. Hoofdtstuk. Van de Invoering en Oprechting der Inquisitie in verscheiden Staten en Plaatsen van Italie. V. Hoofdtstuk. Van de Invoering der Inquisitie in Spanje. VI. Hoofdtstuk. Van de Poogingen om de Inquisitie in de Nederlanden in te voeren, en hoe dit Oorzaak tot Muitery en Oorlog heeft verwekt. VII. Hoofdtstuk. Van de Invoering der Inquisitie in Venetie. Historische verhandeling Over de hedendaagsche godtsdienst-plighten En gewoontens Der Roomsche kerke. Vervattende de Historische Gedenkschriften over den strengen Rechtsdwang der Inquisitie. Derde Afdeeling, Behelzende de Wetten, Dingtalen en Overheden der Inquisitie. I. Hoofdtstuk. Van de Gesteltheit der Inquisitie van Rome en Spanje. II. Hoofdtstuk. Van de Gevallen en Personen de Inquisitie onderworpen. III. Hoofdtstuk. Van de Dingtalen tegen de Beschuldigden voor de Vierschaar der Inquisitie gehouden. IV. Hoofdtstuk. Van de Omstandigheden hoedanig men de Gevangenen van de Inquisitie op de Pynbank brengt en ondervraagt. V. Hoofdtstuk. Van de Plechtigheden over de Uitvoering der Veroordeelingen van den Rechtbank der Inquisitie; getrokken uit een Verhaal te Madrid op den 30sten. May 1680. afgekondigt, en op den 29sten Juny, in 't zelve jaar voltrokken: te Parys in 't jaar 1680. gedrukt. VI. Hoofdtstuk. Van de Grondregels der Inquisitie, en die der Inquisiteurs. VII. Hoofdtstuk. Van de Ongevallen en Ongelegentheden der Inquisitie; en de Onmenschelykheit, Ongerechtigheit en Wreedheit van deezen Rechtbank tegen alle die haar, zelf de Koningen, onderworpen zyn. VIII. Hoofdtstuk. Van de Inquisitie over de Verboden Boeken, en hoedanig zy zich hier in gedraagt. IX. Hoofdtstuk. Van de Gevolgen die door het Invoeren van de Inquisitie in verscheiden Staaten te duchten zyn. X. Hoofdtstuk. Van de Vierschaar der Inquisitie en de Voorrechten der Beampten van de Heilige Bediening; getrokken uit een Reisbeschryving van Spanje, te Parys in 't jaar 1669. gedrukt. Historische verhandeling Over de hedendaagsche godtsdienst-plichten En gewoontens Der Roomsche kerke. Vervattende de Historische Gedenkschriften over den strengen Rechtsdwang der Inquisitie. Vierde Afdeeling, Behelzende de oprechting van de Inquisitie-Raadt in 't Koningryk Portugal, getrokken uit de Reisbeschryving van den Heere Dellon. I. Hoofdtstuk. Van de Invoering der Inquisitie te Lisbon; waar tegen Don Jan geduurende zyn leven zich heeft aangekant; doch die na des Vorsten Doodt weder ingevoert word, en door deeze Heilige Bediening word in den Ban verklaart: waar van men zyn Lyk wederom ontslaat; het verschil van 't Parlement van Lisbon met de Amptenaren der Inquisitie; en met welke Streng- en Wreedheden de Heilige Bediening word behandelt. II. Hoofdtstuk. Van 't Gedrag door de Inquisiteurs in Portugal omtrent den geenen gehouden die het ongeluk hebben in hunne handen te vallen. III. Hoofdtstuk. Van de Onderaardsche Gevangkenissen; de Strafoeffening die men aan de Gevangenen, zoo wel Mannen als Vrouwen, Jonge Dochters en Geestelyken doet. IV. Hoofdtstuk. Hoe men de Vrouwen in de Inquisitie handelt; en hoedanig men de Gedingen tegen de Beschuldigden behandelt en uitvoert. V. Hoofdtstuk. Waarin verder de Dingtalen in de Inquisitie tegen de Beschuldigden ontvouwen worden. VI. Hoofdtstuk. Van verdere Dingtalen tegen de Beschuldigden en voornamentlyk tegen de Vrouwen. VII. Hoofdtstuk. Van de Vergelyking der Bekentenisse van den Beschuldigden met de Getuigenissen van zyne Beschuldigers. VIII. Hoofdtstuk. Van de Doodstrafoeffening der Beschuldigden, Ontkennende Strafwaardigen genoemt. IX. Hoofdtstuk. Waarom de zoogenaamde Nieuwe Christenen vervolgt worden; en verscheiden Voorbeelden van 't straffen der Oude Christenen. X. Hoofdtstuk. De Gesteltheit van de Inquisitie van Goa beschreeven; uit de Beschryving van den Heere Dellon getrokken XI. Hoofdtstuk. Van de Amptenaren en Bedienden der Inquisitie, en hoe zy zich omtrent de Gevangenen gedragen; uit de zelfde Beschryving van den Heere Dellon getrokken. XII. Hoofdtstuk. Van de Wyze van Rechtspleeging die men in de Inquisitie waarneemt. XIII. Hoofdtstuk. Van de Onrechtvaerdigheden die in de Inquisitie, ten opzicht der Personen van 't Jodendom beschuldigt, worden begaan. XIV. Hoofdtstuk. Hoedanig de Rechtsplegingen van de Inquisitie behandelt worden, en met welke Onrechtvaardigheden zy zich behelpt. XV. Hoofdtstuk. Van eenige Byzonderheden de Amptenaren van de Inquisitie raakende. XVI. Hoofdtstuk. Van de Omstandigheden in de Voorttogt van de Processie naar de Handeling des Geloofs gaande, en wat men 'er in acht neemt, aldaar gekomen. XVII. Hoofdtstuk. Van de Omstandigheden over de Vryspreeking van den Kerkban, en hoedanig men met den geenen omgaat, die ten vuure verweezen zyn. XVIII. Hoofdtstuk. Van het Gedrag met den Heer Dellon in 't uitgaan van de Inquisitie gehouden; hoe men hem in een Tuchthuis om onderweezen te worden bragt, en weder in de Inquisitie geleidde, om 'er de opgelegde Boete aan te neemen en te voldoen. XIX. Hoofdtstuk. Waarin de Galeïen bestaan die te Lisbon voor een Gevankenis van de Inquisitie verstrekken; en met haare omstandigheden beschreeven worden. Kort vertoog Dienende tot Verklaring Van de historische gedenkschriften En den Rechtsdwang Der Inquisitie. Keuren, Waar aan de Inquisitie van Venetie verbonden is, zich te gedragen. De auto da Fé Of handeling des geloofs; Opentlyk op de Rocio van Lisbon gehouden, op Zondag den 6den. November 1707. onder den Algemeenen Inquisiteur Don Nuno da Cunha van Ataida, Raadt van Staat en Groot Aalmoezenier van zyne Majesteit. Bladwyzer Der voornaamste zaaken in het eerste en tweede Deel vervat. Drukfeilen dus te verbeeteren.