Mijne porte-feuille(1828)–Js. M. Pfeil– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] Mijn genoegen wijze: Partons pour la Sijrië. Ik heb geen Landerijen, Geen huis in eigendom, Wat in mijn geldbeurs rammelt, Is slechts een kleine som. Ik heb geen rente brieven, Geen paarden voor pleizier, Ik heb noch roem noch adel, Noch kleeding naar de zwier. Maar wat ik heb, dat heb ik, En zalig is mijn lot, Ja, wie er ook wou ruilen, Ik luister naar geen bod. Ik heb een brave gade, Een têerbeminnend kroost, Ziet daar de ware rijkdom! Al mijn vermaak en troost. [pagina 76] [p. 76] Dat heb ik, en wat wilt gij, Die slechts op zilver aast? Een wel gespekten buidel, De Geld God zij u 't naast! Maar frissche en lieve telgen, Een deugdzame echtvriendin, Ziet daar de ware rijkdom! Die 'k meer dan goud bemin. Vorige Volgende