Klare onderrichtinge der voortreffelijcke worstel-konst
(1674)–Nicolaes Petter– Auteursrechtvrij
[pagina 4]
| |
Het Tweede Deel.No. 1. Van de Borst-stooten.aant.EVen als in 't beginsel van het eerste Deel A aen B met een vuist de Borst-stoot geeft, soo geeft B hier in het tweedee Deel de Borst-stoot aen C met beyde de handen, en set met eenen sijn slincker voet voor op de rechter voet van C, en dan grijpt C aenstonds B onder aen de armen of mouwen by de oxelen. | |
2.aant.C aldus B aengegrepen hebbende, set sijn slincker voet midden op 't lijf van B. | |
3.aant.C dese slincker voet aldus geset hebbende, werpt sich selven achter over, waer door dat B, alreede onder aen de mouwen vast gehouden, en op wiens midden-lijf de voet van C was geset, genootdruckt wort over C heen te vallen. | |
4.aant.Maer indien aen B dese greep van C bekent is, voelende dat C wil vallen, soo slaet B sijn vast gehouden armen van C buyten over los, en grijpt de voet van C, die tegen het midden lijf van B was aengeset, en houd dan sijn rechter handt by de toonen, en sijn slincker hant by de hiel van C, en wringt alsoo die voet van C om, even of die aen stucken wilde wringen, dat bysondere groote pijn en onmacht aen C kan veroorsaken. | |
5.aant.Maer tegen dit voorgaende konnen wy klaerlijck hier het Verset sien | |
[pagina 5]
| |
voor C, wanner B in dier voegen als hier voren gesien is, het been van C omwringt. C om dit omwringen te versetten, slaet met sijn rechter been op den slincker arm van B, met sulcken kracht, dat B slincker handt los raeckt; maer B op C invallende, redt sich wederom hier mede, dat hy C by de krop vat, en dwingt dat slincker been van C, waer van hy de voet te voren soo had gewrongen, met de slincker handt de rechter arm van C vattende, binnewaert over, soo dat C buyten alle macht light. | |
6.aant.C kan evenwel weder dusdanigh sijn Verset nemen, stootende met sijn rechter been, den slincker voet van B wegh; en hy draeyt sijn rechter hant uyt tegen den duym van B, soo dat B genootdruckt wort te vallen. B vallende, grijpt C B achter by 't hayr, en slingert B alsoo om, tegen de gront aen. |
|