| |
| |
| |
Bijvoegsels en verbeteringen.
2009. Blz. 2 No. 1159 F.A. Stoett, Bekn. Middeln. Spraakk. bijvoegen: Beoord. d. G. Engels in N. Taalgids IV, 1910 blz. 140-148. |
2010 Blz. 7 No. 1209 Het Nederd. Glossarium van Bern. uitg. d. F. Buitenrust Hettema bijvoegen: Beoord. d. H. Logeman. - Moyen Age III 1890 blz. 99. |
2011. Blz. 12. No. 1246 C.G.N. de Vooys, Historische schets enz. bijvoegen: 3e druk. Groningen, J.B. Wolters 1910. 8o. |
2012. Blz. 14 bijvoegen de volgende geschriften over Geert Groote:
a. | R.D. de Muden, De magistro Gherardo Grote, Domino Florencio et multis aliis devotis fratribus. - Dumbar, Anal. I. 1719, blz. 1. |
b. | G.H.M. Delprat, Geschiedkundige bijzonderheden aangaande het leven en de verdiensten van Geert Groote of Gerardus Magnus, kanonik te Deventer. - Rec. o.d. Rec. XVI. 1823. II. blz. 433. |
c. | J. Poelhekke, Tafereelen uit het leven van Geert Groote. - Volks-Alm. v. Kath. 1855. blz. 99; 1856. blz. 259. |
d. | E.B. Swalue, Een Neêrlandsch hervormer (G. Groote) in de XIVe eeuw. - Kal. v.d. Prot. in Ned. 1860. blz. 25. |
e. | J.G.R. Acquoy, Geert Groote. - Aldaar 1860. blz. 123. |
f. | W. Moll, Geert Groote de ketterhamer, en een edelmoedig boekverzamelaar. - Stud. en Bijdr. op het geb. d. hist. theol. I. 1868 blz. 343. |
g. | V. Becker, Gerrit Groot en zijne stichtingen. - Stud. op godsd., wetensch. en letterk. gebied 1884. blz. 107. |
h. | H. van de Veluwe, Een beroemd meester en zijne leerling. Gerard Grote en Floris Radewijnsz. - Europa, III. 1864. 201. |
i. | J.P.A. Madden, Des frères de la vie commune; Gérard Groot et Florenz Radewijns. - Lettr. d'un bibliogr. IIIe Sér. 1874 6e Lettre, blz. 27. |
|
| |
| |
2013. Blz. 15 bijvoegen No. 1282 a Nap. de Pauw, Heilwige Bloemaerts, gezegd die Bloemardinne. - Lev. en werk. d. Z.-Ned. Schrijvers Afl. 2, 1904 blz. 107-111. |
2014. Blz. 16 bijvoegen No. 1288 a G. van Poppel, De stelling: Hadewych = Bloemardinne [naar aanleiding van het art. van H. Nelis over Joh. Ruusbroeck in Arch. Belges XII blz. 45]. - Vragen en Meded. op 't gebied d. Gesch., Taal- en Letterk. I, 1910 blz. 135. |
2015. Blz. 21 No. 1349 bijvoegen: H. Nelis, Beoord. van W. de Vreese Jean de Ruysbroeck. - Archives Belges XII, 1910 blz. 44-47. - Zie No. 2014. |
2016. Blz. 21 bijvoegen No. 1350 a: J. van Mierlo, Het Leven en de Werken van Jan van Ruysbroeck. - Dtsche War. en Belfort 1910, I blz. 255-282, 327-356, 511-558. |
2017. Blz. 23 bijvoegen: No. 1369 c W. de Vreese, Een Bibliotheca Neerlandica Manuscripta. - Tijdschr. v. Boek- en Bibliotheekw. I 1903 blz. 117-128. |
2018. Blz. 37 bijvoegen: Ba. Me. van der Stempel, De vrouw in onze Britsche romans. Acad. proefschrift [Univ. Amsterdam]. Utrecht, L.E. Bosch & Zn. 1910 (XII, 209 blz.) 8o.
Inhoud: Inleiding. - 1 Gestalte. - 2 Kleeding. - 3 De vormen der samenleving. - 4 De burcht- of landvrouwe. - 5 Het vrouwelijke gesinde. - 6 Ontwikkelingsgraad, bezigheden, tijdverdrijf. - 7 Liefde en huwelijk. - 8 Vrouwenportretten.
|
2019. Blz. 44 No. 1458 g bijvoegen: Brieven aan J.F. Willems uitg. d. J. Bols blz. 37-46. |
2020. Blz. 46 No. 1463 I bijvoegen: a* O. van Rees, Reinaert de Vos. - Pantheon 1855 I blz. 321-343. |
2021. Blz. 46 No. 1463 I bijvoegen: l J.W. Muller, Reinaert in de kanselarij. - Tijdschr. v. N.T. en L. XXIX, 1910 blz. 207-228. |
2022. Blz. 47 No. 1463 II bijvoegen: a* Jan ten Brink, Van den Vos Reinaerde. - Ned. Spectator 1864 blz. 378, 395, 403. |
2023. Blz. 49 No. 1463 II x verbeteren: Reinaert de Vos [naar de uitg. van E. Martin (No. 1463 II d)]. Groningen J.B. Wolters 1909 (142 blz.). 8o.
Van alle tijden. Onder redactie van C.G. Kaakebeen en J. Ligthart. No. 3.
Deze uitgave is ‘ter wille van school en huis... op enkele plaatsen besnoeid’.
Beoord. d. J.W. Muller in Museum XVII, 1910 Kol. 309-10.
|
2024. Blz. 49 No. 1463 II z bijvoegen: C. Borchling, Beoord. van Van den Vos Reynaerde herausg. von H. Degering. - Dtsche Literaturz. XXXI, 1910 Kol. 1059-1061. |
| |
| |
2025. Blz. 51 No. 1463 IV g Van den Vos Reinaerde bijvoegen: Bij de onder No. 470 IV a - l. genoemde uitgaven van het volksboek kunnen nog gevoegd worden:
m. | Van Reynaert: die Vos, een seer genoechlijcke ende vermakelijcke Historie. Delft, Bruyn Harmansz. Schinckel 1589. 8o. |
n. | Reynert de Vos enz. Amsterdam, Barent Otsz. 1628. 8o. |
o. | Reynaert den Vos ofte der dieren oordeel. Antwerpen. Wed. Hieron. Verdussen Z.j. 4o Verschillende drukken. |
p. | Een zeer genoeglijke en vermaaklijke Historie van Reynaert de Vos. Amsterdam, J. Kannewet. 1753. 8o. |
q. | Id. Amsterdam, Erve de Wed. Jac. van Egmont. Z.j. 8o. |
r. | Id. Amsterdam, S. en W. Koene. 1795. 8o. |
s. | Id. Gedrukt tot Oud-Holland, bij de kinderen van Izaak en Johannes Enschedé, 1895. 8o [Herdruk der uitg. te Amsterdam by d'Erve van der Putte en B. Boekhout 1778 (No. 470 IV l. |
t. | Reynaert den Vos ofte het oordeel der dieren. Antwerpen, J.H. Heyliger Z.j. 4o. |
u. | Id. Gent, L. van Paemel Z.j. 4o verschillende drukken [de uitg. in 8o is reeds vermeld No. 470 IV k). |
v. | Id. Antwerpen, J. Thys Z.j. 8o verschillende drukken. |
w. | Id. Gent, Snoeck-Ducaju en Zoon Z.j. 8o Vier drukken. |
x. | Id. Het oude volksboek opnieuw bewerkt en met acht schoone platen versierd. Roeselare, De Seyn-Verhougstraete (1890) 8o. |
y. | Misschien is de volgende uitg. [vermeld in Naamlijst van Tooneelspelen van Dr. Leempoel 1772 blz. 64, No. 406, 3] niet een herdruk van het Volksboek, maar eene tooneelbewerking:
Reinaert de Vos, of der Dieren Oordeel, speelwijs &c. Antwerpen, H. Verdussen. 1631 4o. |
|
2026. Blz. 53 No. 1471 f bijvoegen: Zie C.G.N. de Vooys. - Tijdschr. v. N.T. en L. XXIII, 1904 blz. 58. |
2027. Blz. 57 No. 1474 bijvoegen: h W.G. van Nouhuys, Beoord. van P.C. Boutens, Beatrijs. - Groot-Nederl. XIV 1909 blz. 360-372. |
2028. Blz. 57 No. 1474 bijvoegen: i G. van Poppel, De sproke van Beatrijs. Haar oudste en haar jongste Nederlandsche vorm. - De Katholiek CXXXVI 1910 blz. 305-319. |
2029. Blz. 65 No. 1507 bijvoegen: h. Beg.: O mensche, edel creature. Uitg. d. C.G.N. de Vooys naar een HS. in de Kon. Bibl. te 's-Gravenhage. - Tijdschr. v. N.T. en L. XXIII, 1904 blz. 42. |
2030. Blz. 67 No. 1513 bijvoegen I g J. Verdam, Wapene Martijn I 947 (Gode tam maken). - Tijdschr. v. N.T. en L. XXIX 1910 blz. 95-101. |
2031. Blz. 78 bijvoegen No. 1536* W.A. Beelaerts van Blokland, Het wapenboek ‘Gelre’. - Bijdr. en Meded. d. Vereen. Gelre XIII, 1910 blz. 267-275. |
2032. Blz. 79 No. 1538 bijvoegen: k. Van den Negen Besten.
Beg.: Hector, Priamus zoen van Troyen.
Uitg. d. Nap. de Pauw naar een HS. in de Bibl. der Kon. Acad. v. Wetensch. - Mnl. Ged. en Fragm. I 1893-97 blz. 599-601. |
| |
| |
2033. Blz. 79 No. 1539 bijvoegen: M. Boas, Het Latijnsche origineel der Mnl. Cato-bewerking. - Tijdschr. v. N.T. en L. XXIX, 1910 blz. 182-206. |
2034. Blz. 83 No. 1551 bijvoegen: L.C. de Beer ‘Die Cracht der Mane’. - Urania. Off. orgaan v.h. Ned. Gen. v. Astron. 1909 blz. 116, 155, 192, 216. |
2035. Blz. 85 No. 1562 a Spreuken enz. medeged. d. J. Habets moet vervallen. - Zijn in het platduitsch geschreven. |
2036. Blz. 90 No. 1573 b Jan van Hulst, Salve Regina moet daar vervallen en behoorde op blz. 104 onder de Liederen aan de Maagd Maria gewijd vermeld te worden.
In de Bibliotheca reformatoria Neerlandica uitg. d. S. Cramer en F. Pijper. Dl. I, 1903 blz. 1-26 komt voor een herdruk van: Refutatie vant Salve regina met veel diuersche schoonder scriftueren daer teghens ghehouden, claerlijcken bewijsende dat desen lofsanck rechte afgoderie is [Embden, Nicl. v. Oldenborch c. 1530].
|
2037. Blz. 92 No. 1583 Peynst omden ouden hont die bast, moet daar vervallen. Behoort op blz. 86 by Rymspreuken. Zie No. 1562, o, i. |
2038. Blz. 98 No. 1639 Die Jahreszeiten, moet daar vervallen. Behoort op blz. 86 bij Rijmspreuken. Zie No. 1562, o, 9. |
2039. Blz. 98 No. 1635 Van den IX besten, moet daar vervallen. Behoort op blz. 79 bij Geschiedkundige gedichten. |
2040. Blz. 99 No. 1645 J.A.N. Knuttel, Het geestelijk lied enz. bijvoegen.
Hierin worden de volgende liederen naar HSS. medegedeeld.
I. Naar een HS. in de bibl. v.d. Maatsch. d. Ned. Letterk. - 1 Beg.: Wijlt ghij hoeren een nieuwe liet. Blz. 223. - II. Naar HSS. in de Kön. Bibl. te Berlijn. - 2 O rode rose vol ghenaden. Blz. 267. - 3 Ave Maria, soete maecht. Blz. 268. - 4 Mit droevigen moede blide te sijn. Blz. 271. - 5 Met vrouden laet ons begijnnen. Blz. 272. - 6. Mijns hartzen troest, mijns ziels begheren. Blz. 274. - 7 Der vroechden vroechd is groit verbaert. Blz. 279. - 8 Den vliegenden aern, die laet ons eren. Blz. 280. - 9 Och rijc here god, nu wacht op mi. Blz. 341. - 10. Adieu mijn vroude, adieu solaes. Blz. 362, - 11 Natuur, gij moeten oorlof haen. Blz. 370. - 12 Druc heeft bevangen dat herte mijn. Blz. 371. - 13 Ic sat op enen vasten gront. Blz. 394. - 14 Ic hoorden op eenre mergenstont. Blz. 395. - 15 Als ic aensie mijn leuen lanc. Blz. 405. - 16 Help rijker here god, wat is dit leuen. Blz. 405. - 17 Lied over de zeven hoofdzonden: Reyne harten, god die vresen. Blz. 423. - 18 Nu laet ons allen vrolic wesen. Blz. 430. - 19. O Iesus, suete andachtlicheit. Blz. 480. - 20 Een kint geboren in betlahem. Blz. 483. - III. Naar een HS. in de Kon. Bibl. te Brussel.- 21 Als ic aensie mijn leven al. Blz. 406.
|
2041. Blz. 100 bijvoegen No. 1651* Middelnederlandse lyriese gedichten verzameld [naar gedrukte teksten] en toegelicht d. T.C. Tinbergen. Groningen. J.B. Wolters U.M. 1910 (L, 117, IV blz.) 8o.
Van alle tijden. Onder redactie van C.G. Kaakebeen en J. Ligthart.
|
| |
| |
2042. Blz. 116 No. 1737 Van den Sacramente vander Nyeuwervaert bijvoegen.
De prozastukken op blz. 456-465 medegedeeld zijn getiteld:
Dit is hoe dat theilich weerdige sacrament vander Nyeuwer vaert vonden waert Ende een deel van sijne miraculen. - Van eenen aduocaat. - Van eenre siecker vrouw. - Van eender vrou. - Vanden kinde dat int water geuallen was. - Vanden kinde dat inde stille geuallen was. - Vanden verdronckenen kinde. - Van eenen ghescorde kinde. - Van eenen scipman op de zee. - Van wonderlijc teyken. - Noch een wonderlijc teyken. - Van eenen ridder die in heydenisse geuangen was. - Van eenen kinde dat doot viel inden kelre. - Vanden cropelen kinde. - Vanden kinde dat sijn lede verloren hadde. - Van eenre siecker vrouwe. - Van eenen gheuangenen man. - Van eenen blinde kinde. - Van eenen quellenden man. - Van eenen mam, die op de zee was bestomt. - Van eenre vrouwe die op crucken ghinck. - Hoe dat theilighe sacrament vander nyeuwervaert tot breda gecomen is.
|
2043. Blz. 118 No. 1739 bijvoegen: G. Kalff, Elckerlijc, Homulus, Hekastus, Every man. - Tijdschr. v. N.T. en L. IX, 1890 blz. 12-20. |
2044. Blz. 126 No. 1781 C.G.N. de Vooys, Meister Eckart enz. bijvoegen:
De hier afgedrukte stukken: Hier beghint dat neghende boexken van meester Eckaerts leere. - Fragment uit het tractaat: Van vijfterhande bruederscap. - Uit het tractaat Van den tien gheboden. - Een openbaeren van sommeghen ongheloeveghe articulen, die Eggaert ende die sin noch houden, zijn geschreven door Jan van Leeuwen ‘die goede coc van Groenendale.’
|
2045. Blz. 127 No. 1786 Exempel van een heylich heremyt, moeten de woorden Als voren vervallen en vervangen worden door Biekorf. |
2046. Blz. 128 No. 1791 bijvoegen: h. P. Cuylits, Dat Boec van de XII Beghinnen. Le livre des XII béguines de Ruysbroeck l'admirable. Bruxelles. A. de Witt 1910 (147 blz.) 8o.
Beoord. d. H. Nelis in Arch. Belges XII, 1910 blz. 128.
|
2047. Blz. No. 1404 bijvoegen: b. A. Kalla, Ueber die Haager Liederhandschrift No. 721. Prag., C. Bellmann 1909 (IX, 143 blz.) 8o.
Prager Deutsche Studien. Hft. 14.
|
2048. Blz. 62 No. 1492 bijvoegen: e. Hadewijch, Strophische Gedichten, [uitg. naar het Gentsche Hs.] d. J. van Mierlo Jr. Leuven, Keurboekerij 1910 (290 blz.) 8o.
Leuvense tekstuitgaven No. 4.
Inhoud: Blz. 1-217 Ritmata haywigis [de 45 gedichten onder No. 1492 vermeld]. - Blz. 218-227 Ter Inleiding. - Blz. 228-275 Aanteekeningen. - Blz. 276-290 Woordenlijst.
|
2049. Blz. 5 E. de Neef, Klank- en Vormleer enz. staat 1847 moet zijn 1897. |
2050. Blz. 5 bijvoegen 1173* J. Franck, Mitterniederländisch allene. - Tijdschr. v. N.T. en L. XVII, 1898 blz. 73-81. |
| |
| |
2051. Blz. 5 No. 1182 J. Franck, Mittelniederl. Grammatik bijvoegen: Beoord. d. A. Kluyver in Museum XVII, 1910 Kd. 380-382. |
2052. Blz. 5 bijvoegen 1182* J. Franck, Beiträge zur niederländischen Grammatik. 1 i und ie im Mnl. - 2 Mnl. oe. - Tijdschr. v. N.T. en L. XXIX, 1910 blz. 263-302. |
2053. Blz. 30 No. 1422 bijvoegen: h. J.H. Kern, Troyen 10888 e.v. - Tijdschr. v. N.T. en L. XXIX 1910 blz. 313-315. |
2054. Blz. 58 Leven van Sinte Ludgardis bijvoegen a* J. Franck, Eine Bemerkung ueber nooit. - Tijdschr. v. N.T. en L. XVII, 1898 blz. 81-83. |
|
|