Suyp-stad of Dronckaarts leven
(1978)–Dirck Pietersz. Pers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
Het leven van Pers (Emden 1581 - Amsterdam 1659)Ga naar voetnoot*In de ‘Na-reden’ bij zijn uitvoerig werk over de geschiedenis van Holland en Zeeland in de periode 1560-1581, nl. de Ontstelde Leeuw (1641), deelt Pers ons zijn geboortejaar mee: ‘Hier mede heb ick door de ghenade des Heeren, met het eynde van 't Jaer 1581, zijnde in 't Iaer myner Geboorte, dese versamelingen bequamlijck konnen sluyten:(...).’Ga naar voetnoot1 Hij was afkomstig uit het Duitse EmdenGa naar voetnoot2. Het is niet uitgesloten dat zijn voorouders naar Emden waren uitgeweken; immers, deze stad was in de tweede helft van de 16de eeuw een toevluchtsoord voor vele uitgeweken hervormingsgezinden. Dirck Pietersz. Pers is niet opgenomen in de geboortenregisters van Amsterdam, hetgeen aannemelijk maakt dat hij elders - zeer waarschijnlijk in Emden - ter wereld kwam en zich op latere leeftijd in Amsterdan vestigdeGa naar voetnoot3. Over zijn ouders weten we in het geheel niets. De enige naaste familierelatie van wier bestaan we weten, is zijn drie jaar oudere zuster Anna Pietersdr. (geb. te Emden, 1578). In 1602 trouwde zij met Jacob Hermann, boekbinder uit Straatsburg. In de ondertrouwakte van Anna en Jacob staat vermeld dat ze al sinds 4 jaar, d.w.z. vanaf haar negentiende jaar, in Amsterdam woondeGa naar voetnoot4. Het is onbekend of in hetzelfde jaar waarin Anna Pietersdr. naar Amsterdam toog, nl. in 1598, ook Dirck Pietersz. naar de hoofdstad kwam. Hoe dan ook, zeer waarschijnlijk kwam hij als getrouwd man naar Amsterdam, aangezien zijn huwelijk met Anna Lubbersdr. niet in de hoofdstedelijke registers wordt vermeld. Voor zover ons bekend kwamen uit deze verbintenis vier kinderen voort. Allereerst werd in 1608 (op 3 januari) in de Oude Kerk hun zoon Lambert gedooptGa naar voetnoot5. Op 26 juni 1610 werd in dezelfde Oude Kerk een kind van Dirck Pietersz. Pers begravenGa naar voetnoot6; waarschijnlijk gaat het hier om een kind dat reeds vóór Pers' komst naar Amsterdam was geboren, aangezien in de Amsterdamse doopregisters geen melding wordt gemaakt van deze geboorte. Op 8 januari 1612 werd hun zoon Lubbert in de Oude Kerk gedoopt, op 23 september 1614 werd tenslotte hun zoon Pieter gedoopt in de Nieuwe KerkGa naar voetnoot7. Pers' zuster Anna trad bij deze drie dopen steeds op als getuige. Het zijn deze drie zonen (Lambert, Lubbert en Pieter) aan wie Dirck Pietersz. Pers in 1636 zijn vertaling van Erasmus' Enchiridion opdraagtGa naar voetnoot8. Over Pers' echtgenote Anna Lubbersdr. bezitten we geen nadere gegevens. Indien de veronderstelling dat zij als getrouwd paar naar Amsterdam kwamen, juist is, dan ligt het voor de hand dat Anna Lubbersdr. niet uit Amsterdam af- | |
[pagina 15]
| |
komstig was. Wellicht leerden zij elkaar in Emden kennen. We weten zelfs niet wanneer Anna is overleden: in de begraafregisters van Amsterdam komt zij niet voor. Wat betreft de drie zonen weten we dat de oudste, Lambert, op 35-jarige leeftijd overleed. Hij werd op 13 juni 1643 in de Westerkerk begravenGa naar voetnoot9. Lubbert, lakenkoper van beroep, trad in 1645 in het huwelijk met Maria Verpoorten; zijn vader was hierbij getuigeGa naar voetnoot10. De dochter van Lubbert en Maria, Anna Pers, trad in 1663 in het huwelijk met de advocaat Hendrick Cloeck, zoon van de Amsterdamse raad Petrus CloeckGa naar voetnoot11. Pieter Pers huwde in 1655 met de zuster van Maria, Catrina Verpoorten. Zijn broer Lubbert was getuige bij het huwelijkGa naar voetnoot12. Maria en Catrina Verpoorten waren dochters van de welgestelde Amsterdamse lakenkoper Jacobus Verpoorten uit de Warmoesstraat, nr. 128Ga naar voetnoot13. Uit het huwelijk van Pieter Pers en Catrina Verpoorten werd één dochter geboren, t.w. in 1658, AnnaGa naar voetnoot14: Zowel deze Anna Pers als haar moeder Catrina overleden in 1702 en werden begraven in de WesterkerkGa naar voetnoot15, in het graf dat in 1643 was aangekocht door Dirck Pietersz. Pers.Ga naar voetnoot16. De zonen van Pers volgden hun vader niet op in het drukkers- c.q. boekverkopersambacht. Lambert overleed, zoals we zagen, op vrij jonge leeftijd. De beide andere zonen verdienden hun brood in de lakennijverheid. Dit laatste leiden we af uit een notariële akte, die enige maanden na het overlijden van Dirck Pietersz. Pers werd opgemaakt. Hierin wordt zijdelings vermeld dat Lubbert en Pieter tot 1655 een lakencompagnie drevenGa naar voetnoot17. Uit dezelfde akte, waarin wordt beschreven hoe de bezittingen van vader Pers door beide zonen worden verdeeld, krijgen we nadere gegevens over de eigendommen die hij bezat. Er is sprake van een huis ‘op het water deser stede over de corenbeurs’ (d.w.z. aan het Damrak), één op de Keizersgracht, één ‘opt water bijde oude brugh’ en een half huis aan de Nieuwendijk, waarvan de andere helft reeds bezit was van zoon Pieter. Ook bezat Pers een huis in zijn oorspronkelijke woonplaats Emden. Voorts is er sprake van een hoeveelheid waardepapieren (obligaties, lijfrenten e.d.) ter waarde van 15000 guldenGa naar voetnoot18. Op grond van deze gegevens lijkt het niet overdreven te stellen dat Pers als drukker/ uitgever een lucratief bedrijf had. Vondel zinspeelde op Pers' winzucht in zijn gedicht bij het portret van Dirck Pietersz. Pers: ‘Gij burgers en vremden
Dit's Perssius van Embden.
Sijn beelt na Febus zwijmt;
't Zij dat hy dicht of rijmt.
Die sijn boecken, en prenten
Op 't dierste weet te ventenGa naar voetnoot19.’
Wat betreft de huizen die Pers in Amsterdam heeft bewoond, kunnen we vaststellen dat hij gedurende lange tijd heeft ge- | |
[pagina 16]
| |
woond ‘op het Water’, d.w.z. aan het Damrak. Aanvankelijk was hij gevestigd in het pand tegenover de ‘Oude Brugh’ (nr. 36), waar Cornelisz Claesz. aanvankelijk zijn drukkerij hadGa naar voetnoot20. Later verhuisde hij naar het pand tegenover de ‘Coren-beurs’ (nr. 41). Beide panden werden aangeduid met de naam ‘Witte Persse’. Kennelijk is hij op zijn oude dag bij zijn zoon Pieter ingetrokken. Immers, wanneer hij in 1659 overlijdt wordt hij in de registers van de Westerkerk opgenomen als ‘dirck pietersz pers ... kijsersgraft’Ga naar voetnoot21. Uit de huwelijksakte van zijn zoon Pieter Pers en Catrina Verpoorten weten we dat de eerste woonde aan de Keizersgracht. In welk jaar Pers verhuisde van het Damrak naar de Keizersgracht is niet bekend. Wellicht ging hij bij zijn zoon inwonen nadat hij het drukkers- en boekverkopersvak vaarwel had gezegd, nl. in 1649Ga naar voetnoot22. Over Pers' relaties met de wereld van drukkers en uitgevers zijn enkele schaarse gegevens bekend. We weten dat bij in de leer is geweest bij Cornelis Claesz. (1546/47-1609), een vooraanstaand boekdrukkerGa naar voetnoot23, die zich in 1578 in Amsterdam vestigde. Hij overleed in 1609, twee jaar nadat Pers zijn activiteiten als drukker begon. Het lijkt dan ook zeker dat Dirck Pietersz. Pers het bedrijf van Cornelis Claesz. voortzette, temeer daar Pers zijn drukkerij aanvankelijk gevestigd had in het pand van zijn vroegere leermeester. Voorts is bekend dat Pers' zuster, Anna Pietersdr., nauwe relaties had in het boekenvak. In 1602 trad zij in het huwelijk met de boekbinder Jacob Hermann, die wellicht - zo suggereren Kleerkoper/Van Stockum (1914-1916) - bij Cornelis Claesz. in dienst was. Kennelijk was ook Anna zèlf in dienst bij deze laatste, aangezien hij in de huwelijksakte van Anna en Jacob aangeduid wordt als ‘hare meester’.Ga naar voetnoot24 Uit het kortstondige huwelijk van Anna en Jacob werd één zoon geboren. Toen Anna, na het overlijden van haar echtgenoot, het vaderlijk bewijs kwam doen bij de Weeskamer, was haar achterneef, de Amsterdamse boekverkoper Jan Bartelmeeusz. getuigeGa naar voetnoot25. Op 24 april 1605 trouwde Anna Pietersdr. voor de tweede maal en wel met de uit Antwerpen afkomstige boekbinder Willem Jansz. StamGa naar voetnoot26. Als na een jaar hun eerste kind wordt gedoopt, is Trijntje Gerrebrantsdr. - door Kleerkoper/Van Stockum met enige armslag geïdentificeerd als de vrouw van Cornelis Claesz. - getuigeGa naar voetnoot27. Deze gegevens wijzen er duidelijk op dat de zuster van Dirck Pietersz. Pers nauw verbonden was met de Amsterdamse wereld van drukkers en uitgevers. Hetzelfde geldt zonder enige twijfel in niet mindere mate voor Dirck Pietersz. zelf. Het is zeker niet denkbeeldig dat hij, als leerling van Cornelis Claesz., nauwe relaties had met vele van zijn vakgenoten. Dit laatste wordt ondersteund door het feit dat hij met zijn drukkerij aan het Damrak bepaald niet de enige was die zich met dit vak bezighield. Op Damrak nr. 47 woonde de drukker Johannes Janssonius (Jan Jansz. Brouwer), daarnaast in ‘De Vergulde Sonnewyser’ de boeken- en kaartenhandelaar Joan Blaeu, daarnaast in ‘De Vyerighe Colom’ had de eveneens als boeken- en kaartenhandelaar werkzame Jacob Aertsz. Co- | |
[pagina 17]
| |
D.V. Coornhert. Zinnebeeld van de verkwisting, uit: Recht ghebruyck ende misbruyck van tijdlicke have. Door D.V. Cornhert [sic], met konstighe figuren, in koper ghesneden, ende van hem selve in dicht ghestelt (...). Amsterdam, D.P. Pers, 1610; nr. 14 (Landwehr 1970, nr. 128). De gravure heeft als opschrift ‘Doorbrenghers’. Een rijk geklede jongeman, met een glas in de hand, gooit zijn geld te grabbe) voor twee vrouwen, een muzikant en een marskramer. De laatste is volgens Renger (1970, p. 51-54) een zinnebeeld voor de wankele fortuin. Achter de jongeman staat Egestas (armoede), op de achtergrond links bevindt zich een vrouwenfiguur met zeer klein daaronder, ‘Opulentia mortua’ (?), d.i. gestorven rijkdom, en in het midden een paar in bed. Het onderschrift van de prent citeert Spreuken 20:1 en 29:3. De bijschriften richten zich tegen verspilling, die maakt dat men zijn naasten het hunne onthoudt. (Universiteitsbibliotheek Amsterdam, ex 1149 G 46).
lom zijn bedrijf. Ook de bijbeldrukker Jan Evertsz. Cloppenburg en boekverkoper Michiel Colijn waren aan het Damrak gevestigdGa naar voetnoot28. Temidden van dit uitgelezen gezelschap van vooraanstaande drukkers en boekverkopers startte Pers in 1607 zijn eigen bedrijf, waarover nu meer. | |
Pers als drukker en uitgeverDe drukkerij/uitgeverij van Dirck Pietersz. was een van de grotere in Amsterdam. De naam ‘Pers’, door hemzelf toegevoegd, doet nog denken aan zijn activiteiten als drukker. Vanaf omstreeks 1620 besteedde hij echter consequent het drukkerswerk uit aan anderen en richtte zich geheel op het uitgevers- en boekverkopersambacht. Pers begon zijn activiteiten als drukker/uitgever op ongeveer 27-jarige leeftijd. Aanvankelijk had hij zijn bedrijf in de Oudebrugsteeg, maar hij verhuisde in 1610 naar een pand ‘op 't Water’ (het Damrak) tegenover de KorenmarktGa naar voetnoot29. Beide huizen waren te herkennen door een uithangbord met het opschrift ‘Witte Persse’. De eerste publicatie die zijn bedrijf verliet was de anonieme Verbeterden nieuwen Lusthof, en wel in het jaar 1607Ga naar voetnoot30. Deze met 11 platen van Cl. Jansz. Visscher verluchte druk luidde het begin in van een branche, waarin Pers een grote toekomst tegemoet zou gaan, nl. in het drukken c.q. uitgeven van geïllustreerde, m.n. emblematische werken. Hij was de uitgever die in de noordelijke streken dit genre introduceerde; en zoals Plantijn in het Zuiden bijna een monopoliepositie op dit gebied innam, zo werd Pers de grote emblemata-uitgever van het NoordenGa naar voetnoot31. In 1608 gaf hij Moermans Cleyn Werelt uit, in 1610 Recht Ghebruyck ende Mis-bruyck van tijdlicke Have van Coornhert. Andere vermeldenswaardige embleembundels, bij Pers verschenen, zijn Vondels Gulden Winckel (1613) en Vorsteliicke | |
[pagina 18]
| |
Warande der Dieren (1617) welke beide werden bewerkt op verzoek van PersGa naar voetnoot32. Zoals gezegd staakte Pers ± 1620 zijn drukkersactiviteiten en richtte zich nog slechts op het uitgeversvak. In de twintiger jaren was het vrijwel uitsluitend Paulus Aertsz. van Ravesteyn, die voor Pers drukte. Nog in 1633 drukte hij voor hem een editie van BellerophonGa naar voetnoot33, maar daarna was het spoedig afgelopen met de samenwerking: in 1636 vestigde Paulus van Ravesteyn zich in LeidenGa naar voetnoot34. Diens zoon Nicolaes zette het bedrijf van zijn vader voort en drukte enkele malen werken voor PersGa naar voetnoot35. Er is echter geen sprake van een vaste verbintenis, gezien het feit dat ook andere drukkers werk aan Pers leverden. Dirck Pietersz. Pers beëindigde zijn werkzaamheden als uitgever aan het einde van de jaren veertig; in 1649 verscheen bij hem nog de Vermeerderde Nederduytsche Secretaris van Daniël MostartGa naar voetnoot36. Hiermee kwam een einde aan zijn ruim 40 jaren bestrijkende activiteit als drukker, uitgever en boekverkoper. De publicatie van veel werken, die oorspronkelijk door Pers werden uitgegeven, zou voortaan worden overgenomen door diens collega Willem van Beaumont. |
|